Weet wat je eet!

Weet wat je eet!
Burgerschap
21/22 januari 2025
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BurgerschapISK

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Weet wat je eet!
Burgerschap
21/22 januari 2025

Slide 1 - Slide

Planning:
  • welkom, absenten, telefoons
  • nieuw onderwerp 
  • theorie + opdrachten
  • praktische opdracht
  • kahoot

Slide 2 - Slide

Wat weet jij van gezond eten?

Slide 3 - Mind map

Lekker en gezond!
Ons lichaam heeft voedingsstoffen nodig. Die zitten in eten en drinken.  
  • In deze les:
    - leer je welke voedingsstoffen belangrijk zijn
    - leer je in welk eten die stoffen zitten
  • Na deze les:
    - kun je vertellen over de schijf van vijf
    - kun je zeggen of wat jij eet en drinkt goed voor je is
    - kun je uitleggen hoe energieverbruik werkt in je lichaam

Slide 4 - Slide

De schijf van vijf
  • De schijf van vijf is een hulpmiddel.
  • Hiermee kun je ervoor zorgen dat je alle voedingsstoffen binnenkrijgt.  
  • Het is belangrijk dat je eet en drinkt uit alle vakken!
  • Je moet niet steeds hetzelfde eten! Wissel af!
  • Je ziet wat goede keuzes zijn, voor je eigen gezondheid en voor het milieu. 
-> opdracht

Slide 5 - Slide

Groente en fruit
In het groene vak staan groente en fruit. 
In groente en fruit zitten vezels, vitamines en mineralen. Genoeg groente en fruit eten is belangrijk, je hebt dan minder kans op het krijgen van sommige ziektes. 
Verse groente en fruit is altijd goed! Je kunt ook kiezen voor groente en fruit uit de diepvries of uit blik of glas. Als er suiker is toegevoegd, staan groente en fruit niet in de schijf. 
Groente kan fruit niet vervangen en fruit kan groente niet vervangen. Ook vitaminepillen kunnen groente en fruit niet vervangen!
-> opdracht

Slide 6 - Slide

Drink jij graag een smoothie of een sapje?
ja
nee
soms

Slide 7 - Poll

Oliën en vetten
In het gele vak staan oliën en vetten. 
In vetten zitten belangrijke vitamines. Je lichaam heeft vetten nodig. Ze zorgen voor energie. 
Sommige soorten vetten zijn goed voor je lichaam. Dat zijn de onverzadigde vetten. Deze vetten zijn zacht en vloeibaar. Denk aan: olijfolie, zonnebloemolie en zachte boter voor op brood. 
Andere soorten vetten zijn niet goed voor je lichaam. Dit zijn de verzadigde vetten. Deze zijn vaak hard, zoals: roomboter of kokosolie. 
-> opdracht

Slide 8 - Slide

Eiwitten
In het roze vak staan producten waar veel eiwitten in zitten. Denk aan: peulvruchten, noten, vis, ei, vlees en zuivel. 
In deze producten zitten ook mineralen en vitamines. 
In vis en noten zitten ook nog gezonde vetten!
Eiwitten kunnen dierlijk of plantaardig zijn. 
Mager of halfvol? In vlees en zuivel zit verzadigd vet. Daarom kun je hiervan beter magere of halfvolle producten kiezen. 
Bij vis kun je beter kiezen voor vette vis. Daarin zitten speciale onverzadigde vetten. Hiermee verlaag je het risico op hart- en vaatziekten. 
-> opdracht
-> opdracht

Slide 9 - Slide

Brood, graanproducten en aardappelen
In het oranje vak staan brood, graanproducten en aardappelen. Deze producten bevatten veel voedingsstoffen: koolhydraten, eiwitten, vitamines, mineralen en vezels. 
Vezels heb je nodig om goed te kunnen poepen. 
Je kunt het best kiezen voor volkoren graanproducten. Daarbij wordt alles van de graankorrel gebruikt en dat is gezonder. Als je voldoende volkoren producten eet, heb je minder kans op bepaalde hartziekten en diabetes type 2. 
-> opdracht
-> opdracht

Slide 10 - Slide

Drinken
In het blauwe vak gaat het over drinken. Je lichaam heeft elke dag 1,5 tot 2 liter drinken nodig. Je verliest vocht doordat je zweet en plast. Vul dit vocht aan met water of andere dranken zonder suiker, zoals thee. 
-> opdracht

Slide 11 - Slide

Ik drink elke dag 1,5 tot 2 liter. (ongeveer 8 glazen)
ja
nee
soms

Slide 12 - Poll

Hoeveel suiker drink jij op een dag?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Energiebalans
Het is belangrijk dat je genoeg eet. Genoeg betekent niet te veel, maar ook niet te weinig. Eten en drinken geeft je lichaam energie. Je lichaam gebruikt die energie. Bijvoorbeeld om te bewegen. Als je net zoveel energie binnenkrijgt als je verbruikt, dan ben je in energiebalans. 
-> opdracht

Slide 15 - Slide

BMI
Bereken je BMI. Doe dat op deze website
Let op! 
-> meet eerst hoe lang je bent (in tweetallen)
-> je moet ook weten hoe zwaar je bent (alleen) 

Slide 16 - Slide

Praktische opdracht:
  • Werk in tweetallen
  • Bedenk een gezond broodje.
  • Teken, knip en plak je gezonde broodje.
  • Wat kost dit broodje als je het kunt kopen in de kantine? 
  • Presenteer het broodje aan de klas. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide