Week3_3B Quiz

2.
Wat is niet waar?

A
Een koershoek meet je vanuit het Zuiden.
B
Een koershoek is in graden.
C
Bij het vertrekpunt teken je de Noordpijl.
D
Koers is bijvoorbeeld Zuiden.
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2.
Wat is niet waar?

A
Een koershoek meet je vanuit het Zuiden.
B
Een koershoek is in graden.
C
Bij het vertrekpunt teken je de Noordpijl.
D
Koers is bijvoorbeeld Zuiden.

Slide 1 - Quiz

Hoe heet dat
zwart/witte ding?
A
een lijn
B
een schaal
C
een lineaal
D
een schaallijn

Slide 2 - Quiz

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?
A
1:200
B
1:1200
C
1:20000
D
200:1200

Slide 3 - Quiz

3.
Het wordt 5 keer groter in werkelijkheid. Wat is de schaal?
A
1:5
B
5:1
C
x5
D
5x100

Slide 4 - Quiz

Schaal: 1:50
Schaal 1:100
Schaal 1:25
400 mm in het echt is 8 mm op schaal
5 mm op schaal is 500 mm in het echt
50 mm in het echt is 2 mm op schaal

Slide 5 - Drag question

schaal 1 : 25 betekent:
op de kaart is  in het echt
op de kaart
in het echt
1 cm
25 cm

Slide 6 - Drag question

De afstand over de weg is
A
1,2 x hemelsbreed
B
1,4 x hemelsbreed
C
Hetzelfde als hemelsbreed
D
Weet ik niet

Slide 7 - Quiz

Hoe snel loop je?
A
5 km/u
B
10km/u
C
15km/u

Slide 8 - Quiz

Hoelang doe je erover om 10 kilometer te lopen! (je loopt 5 km per uur)
A
1 uur
B
2 uur
C
50 uur
D
een half uur.

Slide 9 - Quiz

Hoe heb je de tijd net berekent?
A
Afstand : Snelheid
B
Afstand x Snelheid
C
Snelheid : Afstand
D
Afstand - Snelheid

Slide 10 - Quiz

De pijlen wijzen naar …....
A
de kijkhoek
B
de kijklijnen
C
twee evenwijdige lijnen
D
de gestrekte hoek

Slide 11 - Quiz

Zijn de kijklijnen goed getekend?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

hoek 1 en 3 zijn
A
tegenover elkaar liggende hoeken
B
overstaande hoeken
C
Gestrekte hoeken
D
Tegengestelde hoeken

Slide 13 - Quiz

Wat herken je in dit plaatje?
A
Schuifsymmetrie
B
Overstaande hoeken
C
Niks

Slide 14 - Quiz

Welke hoeken zjn net zo groot als S2?
A
S4, R4 en R2
B
S1, R1 en R3
C
Geen enkele hoek is evengroot
D
Alleen hoek S4

Slide 15 - Quiz

In de tekening hiernaast zie
je vlakke figuren die met
rode lijken zijn verdeeld.
Hoe heten die rode lijnen?
A
strepen
B
symmetrie-assen
C
lijntjes
D
???

Slide 16 - Quiz

vlakke figuren
parallellogram
ruit
vlieger

Slide 17 - Drag question

Wat voor soort
driehoek is dit?
A
Scherphoekige driehoek
B
Rechthoekige driehoek
C
Stomphoekige driehoek
D
Gelijkbenige driehoek

Slide 18 - Quiz


Hoe groot is
hoek C ?
A
25
B
50
C
30

Slide 19 - Quiz

Hoeveel graden heb je als je alle hoeken van een driehoek bij elkaar optelt?
A
81
B
180
C
810
D
360

Slide 20 - Quiz


Maak af:

Deze lijnen zijn..........
A
even lang
B
evenwijdig
C
even groot
D
in evenwicht

Slide 21 - Quiz


Hoe groot is
hoek C ?
A
70
B
60
C
50

Slide 22 - Quiz


Leerdoel
Ik ken de eigenschappen van de bijzondere driehoeken.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 23 - Quiz


Leerdoel
Ik weet hoe ik hoeken uitreken met de hoekensom.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 24 - Quiz


Leerdoel
Ik ken de namen van alle vlakke figuren.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 25 - Quiz


Leerdoel
Ik kan hoeken berekenen aan de hand van schuifsymmetrie
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 26 - Quiz


Leerdoel
Ik kan rekenen met de schaal op een kaart
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 27 - Quiz


Leerdoel
Ik kan de schaal van een schaallijn berekenen
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 28 - Quiz


Leerdoel
Ik kan de koers meten.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 29 - Quiz