This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
spanning transformeren
Slide 1 - Slide
Leerdoelen 12.2 Spanning transformeren
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen hoogspanning, netspanning en veilige spanning.
Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met: de netspanning in Nederland is 230 V/50 Hz.
Je kunt uitleggen waarom veel apparaten een eigen adapter (netstekkervoeding) hebben.
Je kunt beschrijven hoe een transformator energie opneemt, omzet en weer afstaat.
Je kunt berekenen hoe een transformator de spanning transformeert.
Je kunt berekeningen uitvoeren met het opgenomen en afgegeven vermogen van een (ideale) transformator.
Slide 2 - Slide
Planning
wat weten we al van elektriciteit?
Nieuwe stof: transformator, spanning omzetten
(huiswerk nakijken)
Evalueren
Slide 3 - Slide
Stroomsterkte
Is het aantal elektronen die door de stoomkring lopen
Spanning
Hoeveelheid energie dat de elektronen mee krijgen
van de spanningsbron
Vermogen
De hoeveel energie per seconde dat een apparaat verbruikt
Weerstand
Is de tegenwerkende kracht van stroom
Capaciteit
De hoeveelheid elektrische lading die is opgeslagen in een batterij
C=I⋅t
U=I⋅R
P=U⋅I
Slide 4 - Slide
Diode en LED
Diode:
Schakelonderdeel dat één kant stroom doorlaat!
Led:
is een diode die licht uitzendt
light emitting diode
Wordt vaak gebruikt als controlelampjes
Slide 5 - Slide
Wat weet je over netspanning?
Slide 6 - Mind map
Spanningsbronnen
Elektriciteit van stopcontact komt van:
Elektriciteitscentrale
Windturbines
Zonnecellen
Slide 7 - Slide
In het filmpje geven ze netspanning twee verschillende waardes. Kijk of je het kan horen.
Slide 8 - Slide
Welke waardes gaven ze de netspanning?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Video
Elektriciteitsnet
Elektriciteitscentrale
=> hoogspanningsstation
=> transformatorstation
=> transformatorhuisje
=> (grijze kastjes)
Hoge spanning => weinig energieverlies tijdens vervoer
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Net spanning
- Netspanning is wisselspanning.
- Het schommelt tussen de 325 en de -325 volt.
- Effectief zouden wij het kunnen vervangen met een gelijkspanning van 230 volt
Frequentie netspanning is 50Hz
Slide 13 - Slide
Bereken het vermogen van de in put en out put (neem voor de in put spanning = 230V
In put Out put
gegeven gegeven
U = 230 V U = 5,0 V
I = 0,5 A I = 2,1 A
gevraagd gevraagd
P = ? W P = ? W
formule formule
P= U x I P = U x I
P = 230 x 0,5 P = 5,0 x 2,1
P = 115 W P= 10,5 W
Slide 14 - Slide
condensator
spoel /transformator
weerstand
Slide 15 - Slide
Toepassing transformator
In veel alledaagse onderdelen zit een transformator, zoals de adapter van je telefoon/tablet/laptop. De transformator zet de wisselspanning van 230 V om in een lagere gelijkspanning van bijv. 5 V.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Transformator
Slide 18 - Slide
De transformator
De transformator bestaat uit twee spoelen die om een weekijzeren kern zijn bevestigd. Je sluit de primaire spoel aan op de spanning die je wilt transformeren. Deze noem je de primaire spanning of Up.
De secundaire spoel levert dan een (omhoog of omlaag) getransformeerde spanning. Deze noem je de secundaire spanning of Us.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
0
Slide 21 - Video
Omhoog of omlaag transformeren
Of de spanning hoger of lager wordt, hangt af van het aantal windingen van de spoelen:
Als de secundaire spoel meer windingen heeft dan de primaire spoel, is Us groter dan Up.
De spanning wordt dan omhoog getransformeerd.
Als de secundaire spoel minder windingen heeft dan de primaire spoel, is Us kleiner dan Up.
De spanning wordt dan omlaag getransformeerd.
Slide 22 - Slide
U
N
p
s
s
U
N
p
s
Slide 23 - Slide
Omhoog of omlaag transformeren
Het verband tussen het aantal windingen en de primaire en secundaire spanning kun je schrijven als:
aantal windingen primaire spoel =primaire spanning
aantal windingen secundaire spoel secundaire spanning
np het aantal windingen van de primaire spoel;
ns het aantal windingen van de secundaire spoel;
Up de primaire spanning in volt (V);
Us de secundaire spanning in volt (V).
Of in symbolen:
np= Up
ns Us
Slide 24 - Slide
Voorbeeldopdracht 1
De transformator van een deurbel heeft een primaire spoel met 800 windingen en een secundaire spoel met 32 windingen. De primaire spoel is aangesloten op het lichtnet (230 V).
Bereken de secundaire spanning.
primaire spoel secundaire spoel
np = 800 ns = 32
Up = 230 V Us = ? V
Uitwerking: np = Up800 = 230 ns Us 32 ? 800 × Us = 230 × 32
Us= 230 x 32 = 9,2 V 800
Slide 25 - Slide
Voorbeeldopdracht 1
De transformator van een deurbel heeft een primaire spoel met 800 windingen en een secundaire spoel met 32 windingen. De primaire spoel is aangesloten op het lichtnet (230 V).
Bereken de secundaire spanning.
primaire spoel secundaire spoel
np = 800 ns = 32
Up = 230 V Us = ? V
Uitwerking: np = Up800 = 230 ns Us 32 ? 800 × Us = 230 × 32
Us= 230 x 32 = 9,2 V 800
Slide 26 - Slide
Ideale transformator
Bij een ideale transformator is er geen vermogensverlies