ontwikkelingspsychologie 4SA vragen

ontwikkelingspsychologie 3SA vragen
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

ontwikkelingspsychologie 3SA vragen

Slide 1 - Slide

bij grove motoriek moet je denken aan:
A
kleine blokjes stapelen
B
schrijven met een potlood
C
bewegen, lopen rennen springen
D
eten met mes en vork

Slide 2 - Quiz

Wat is conformisme
A
wanneer een kind zelfverzekerd is
B
wanneer een kind gelukkig is
C
wanneer een kind zich niet aanpast aan een groep
D
wanneer een kind zich aanpast aan een groep

Slide 3 - Quiz

welke hoort er niet bij: in de ontwikkeling van mensen kun je 3 specifieke gebieden onderscheiden
A
de niet fysieke en motorische ontwikkeling
B
de cognitieve ontwikkeling
C
de psychosociale ontwikkeling
D
fysieke en en motorische ontwikkeling

Slide 4 - Quiz

een peuter kan rond de 18 maanden al zinnen maken
juist/onjuist

Slide 5 - Open question

Welke factoren kunnen invloed hebben op de ontwikkeling?

Slide 6 - Open question

In welke ontwikkelingsfase verandert er het meest op lichamelijk gebied?
A
baby
B
schoolkind
C
peuter
D
adolescentie

Slide 7 - Quiz

welke van de volgende eigenschappen wordt gekarakteriseerd door de babyfase
A
volledige onafhankelijkheid
B
leren lopen en praten
C
ontwikkeling van abstract denken
D
sociale interactie

Slide 8 - Quiz

Op welke leeftijd begint een kind meestal met het ontwikkelen van zelfbewustzijn en zelfstandigheid
A
2-3 jaar
B
5-7 jaar
C
10-12 jaar
D
18-21 jaar

Slide 9 - Quiz

welke van de volgende kenmerken is typisch voor de ouderdomsfase (65+)
A
vergroten van fysieke kracht
B
toename van onafhankelijkheid in het dagelijks leven
C
mogelijk afname van geheugen en cognitieve vaardigheden
D
vriendschappen ontwikkelen

Slide 10 - Quiz

heeft de puberteit invloed op de cognitieve ontwikkeling
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

hoe voel jij je als je iets nieuws leert op school en wat helpt jou om jezelf beter te voelen als het mogelijk is

Slide 12 - Open question


Welke doelstelling hoort niet bij de taalontwikkeling?
A
Stimuleren van de sociaal emotionele ontwikkeling.
B
Stimuleren van de cognitieve ontwikkeling.
C
contact maken met anderen
D
Stimuleren van de lichamelijke ontwikkeling.

Slide 13 - Quiz

Wat is ontwikkelingspsychologie
A
Een periode in het leven van de mens die te onderscheiden is van andere perioden.
B
De wetenschap die het gedrag van mensen bestudeert.
C
Stappen die iedereen in zijn ontwikkeling moet nemen om verder te komen.
D
De wetenschap die het gedrag bestudeert van mensen in verschillende fasen.

Slide 14 - Quiz

Pubers zijn opzoek naar hun identiteit. De peergroup is hierbij belangrijk.
juist/onjuist

Slide 15 - Open question

Hassan (8) kan niet tegen zijn verlies. Hij wordt boos als hij verliest met hockey en maakt ruzie met kinderen. De andere kinderen spelen liever niet meer met hem. Welk advies zou jij aan zijn vader geven?

Slide 16 - Open question

In welke levensfase ontwikkelt een kind zijn eerste motorische vaardigheden, zoals kruipen en lopen?

A
babyfase
B
kleuterfase
C
puberteit
D
adolescentie

Slide 17 - Quiz

Wat is een kenmerk van de cognitieve ontwikkeling in de adolescentie?

A
Het denken blijft concreet en simpel
B
Ze zijn volledig rationeel zonder emotionele invloed
C
Het ontwikkelen van abstract en kritisch denken
D
Er is geen verandering in denkpatronen ten opzichte van de kindertijd

Slide 18 - Quiz

Wat is een veel voorkomende psychosociale uitdaging bij ouderen?
A
Het zoeken naar een eerste baan
B
Het opbouwen van een vriendengroep
C
Het omgaan met verlies en een veranderende rol in de samenleving
D
Het leren van sociale vaardigheden

Slide 19 - Quiz

Een groeispurt is een fysieke verandering die optreedt tijdens de puberteit. Noem nog 3 van deze fysieke kenmerken.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Link