5.7 Grammatica woordsoorten 3TL

5.7 Grammatica - woordsoorten

Lesdoelen:
- het aanwijzend voornaamwoord herkennen
- het vragend voornaamwoord herkennen
Programma:
- aanwezigen
- uitleg
- opdrachten
- evaluatie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.7 Grammatica - woordsoorten

Lesdoelen:
- het aanwijzend voornaamwoord herkennen
- het vragend voornaamwoord herkennen
Programma:
- aanwezigen
- uitleg
- opdrachten
- evaluatie

Slide 1 - Slide

aanwijzend voornaamwoord
Wijst iets of iemand aan:

die, deze, dit, dat
zo'n, zulke, dergelijke

Bijvoorbeeld: Die jongen zit bij mij in de klas.
Let op: het aanwijzend voornaamwoord wijst altijd vooruit! Het wijst naar een woord dat verderop in de zin staat.

Slide 2 - Slide

vragend voornaamwoord
Vraagt naar iets of iemand.

wie, wat, welk(e), wat voor (een)

Bijvoorbeeld:
Wie is dat?  Wat heb je gekocht? Wat voor boek lees jij?

Let op: woorden als hoe, waarom, waar, enz. zijn GEEN vragend voornaamwoorden. Deze vragen niet naar iets of iemand.

Slide 3 - Slide

Opdrachten
Maak online 5.7:
- opdracht 1 t/m 3
- opdracht 7

Werkt online niet? Maak het dan in werkboek B, blz. 229 - 232.
Stuur vervolgens een foto van je werk via Teams naar mij.

Slide 4 - Slide

Op een Amerikaans pretpark...

Wat voor woordsoort is 'pretpark'?
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

Op een Amerikaans pretpark...

Wat voor woordsoort is 'Amerikaans'?
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord

Slide 6 - Quiz

... vonden onze monteurs in een attractie...
Wat voor woordsoort is 'vonden'?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

... vonden onze monteurs in een attractie...
Wat voor woordsoort is 'onze'?
A
zelfstandig naamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Quiz

... een overleden vrouw en haar man.

Wat voor woordsoort is 'overleden'?
A
werkwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quiz

... een overleden vrouw en haar man.

Wat voor woordsoort is 'en'?
A
lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
voegwoord
D
voorzetsel

Slide 10 - Quiz

Wat is GEEN vragend voornaamwoord?
A
wie
B
waar
C
wat
D
welke

Slide 11 - Quiz

Welke van de woorden is een aanwijzend voornaamwoord?
A
daar
B
waar
C
deze
D
hoe

Slide 12 - Quiz

Einde les

Slide 13 - Slide