1 KGT C6 Form §3

Cursus 6 Formuleren blz. 218> verwijzen
*Lesdoel: 
Je weet wat verwijswoorden zijn en hoe je de juiste kiest in een zijn. 

* Vorige les: voorzetsels
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Cursus 6 Formuleren blz. 218> verwijzen
*Lesdoel: 
Je weet wat verwijswoorden zijn en hoe je de juiste kiest in een zijn. 

* Vorige les: voorzetsels

Slide 1 - Slide

Waarom gebruik je in een tekst verwijswoorden?

Slide 2 - Open question

Welke verwijswoorden ken jij?

Slide 3 - Open question

Aantekening blz. 218> verwijswoorden

Slide 4 - Slide

Verwijswoorden...
A
geven een verband aan in de tekst.
B
geven een eigenschap aan.
C
geven aan dat iets van iemand is.
D
verwijzen naar iets in de tekst.

Slide 5 - Quiz

Je gebruikt verwijswoorden om...
A
... het moeilijker te maken voor de lezer.
B
... de tekst korter te maken.
C
... meer afwisseling in de tekst te krijgen.

Slide 6 - Quiz

Wat doet een verwijswoord?
A
Een verwijswoord verwijst je naar de volgende tekst.
B
Een verwijswoord verwijst naar iets dat eerder in de tekst genoemd is.

Slide 7 - Quiz

Wat zijn verwijswoorden ?
A
de
B
deze
C
zij
D
dat

Slide 8 - Quiz

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 9 - Quiz

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig werken of instructiegroep 

Basisstof: 
* Cursus 6 §3 blz. 218> maken opdracht 1 t/m 7 in je werkboek en schrift.

Klaar?
Maken oefentoets Cursus 5 §7> voorzetsels
timer
25:00

Slide 11 - Slide

Evaluatie





Wat ging er goed deze les?

Slide 12 - Slide

De persoonsvorm is altijd een...
A
werkwoord
B
een persoon

Slide 13 - Quiz