wet dat adel gebieden koopt waar ze een hek omheen bouwen.
Waarom vond er een agrarische revolutie plaats?
mensen willen niet meer alles met de hand doen en gaan slimmer nadenken over fokken en werken met machines.
Waarom leidde de agrarische revolutie tot een transportrevolutie?
Meer eten en spullen kunnen verplaatst worden (naar de stad om te verkopen)
Waarom zorgden de agrarische revolutie en de transportrevolutie voor een demografische revolutie?
Door agrarische revolutie meer eten, door transportrevolutie wordt dat eten naar de stad gebracht, daardoor is er genoeg te eten en gaan er minder mensen dood (bevolking groeit)
Slide 3 - Slide
Weet je het nu?
Leg in je eigen woorden (zonder boek) de betekenis van de begrippen uit:
Industriële revolutie
Arbeidsomstandigheden
Urbanisatie
Slide 4 - Slide
Raden maar!
Je werkt in tweetallen.
Eén van de twee staat met de rug naar het bord.
De ander beschrijft de zes zaken die hij op het bord ziet staan.
Zodra ze alle zes goed worden geraden door de leerling die het niet kan zien, mag je gaan zitten.
Je mag natuurlijk niet (delen van) het woord letterlijk zeggen!
Slide 5 - Slide
Kinderarbeid
Arbeidsomstandigheden
Industriële Revolutie
Urbanisatie
Industriestad
Katoenfabriek
Slide 6 - Slide
Enclosure acts
Transportrevolutie
Agrarische revolutie
Demografische revolutie
Mest
Fokken
Slide 7 - Slide
Modern imperialisme
Heersend racisme + wit superioriteitsgevoel: white man's burden.
Nationalisme: trots op eigen land --> meer land is nog beter.
Door de industriële revolutie meer behoefte aan grondstoffen en afzetmarkten + betere wapens ter beschikking.
Bijv. katoen uit India, rubber uit Afrika, aardolie uit Indonesië.
--> Gebieden in Afrika en Azië worden nu volledig veroverd.
1884 conferentie van Berlijn: verdeling van Afrika.
Slide 8 - Slide
17e-eeuws kolonialisme
Slide 9 - Slide
Modern imperialisme
Slide 10 - Slide
Beelden om te onthouden
Je werkt in groepjes van ongeveer vier.
Steeds mag één groepslid naar voren komen om 10 seconde de afbeelding te bekijken.
Als de leerling terug is mag hij uitleggen wat hij heeft gezien en de afbeelding natekenen.
Dan mag het volgende groepslid naar voren komen om 10 seconde de afbeelding te bekijken, tot iedereen is geweest.
Daarna maak je de spotprent samen af en beantwoord je de vragen.
Slide 11 - Slide
Huiswerk!
Maak van 5.5 opdracht 85, 87, 91, 92, 101, 103 en markeer de belangrijkste zinnen van 5.5 in je leerboek.