Chapitre 1, grammaire D (oefening)

havo-3 chapitre 1, grammaire D
Werkwijze:
In deze LessonUp kan je het grammatica-onderdeel bijvoeglijk naamwoord oefenen.
Wel handig, niet verplicht.

Het is een goede oefening om te kijken of je dit beheerst.
Loop alles slide voor slide door, en stel je vragen de volgende les als je iets nog niet snapt. Succes!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

havo-3 chapitre 1, grammaire D
Werkwijze:
In deze LessonUp kan je het grammatica-onderdeel bijvoeglijk naamwoord oefenen.
Wel handig, niet verplicht.

Het is een goede oefening om te kijken of je dit beheerst.
Loop alles slide voor slide door, en stel je vragen de volgende les als je iets nog niet snapt. Succes!

Slide 1 - Slide

Répéter:
chapitre 1, grammaire D
Een aantal vragen (probeer deze antwoorden eerst op te schrijven):

- Waarover ging dit grammatica-onderdeel?

- Welke 3 uitgangen moet je in de gaten houden bij de mannelijke vorm?

- Waar komt het bijvoeglijk naamwoord meestal te staan?

- Welke uitzonderingen ken je?

Slide 2 - Slide

Répéter:
grammaire D
In klas 1 en 2 is het bijvoeglijk naamwoord al een aantal keren teruggekomen.
We gaan ons vandaag vooral richten op de onregelmatige vormen en de plaats van het bijvoeglijk naamwoord.

Als het goed is, kennen jullie deze nog:
- beau/belle              nouveau/nouvelle
- bon/bonne             vieux/vieille

Deze 4 onregelmatige vormen worden uitgebreid. Neem de volgende slides goed over in je aantekeningenschrift.

Slide 3 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord:
basisschema
Dit geld voor alle regelmatige bijvoeglijke naamwoorden

Slide 4 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord:
kijk goed naar de uitgangen!
Eindigt een mannelijk bijvoeglijk naamwoord op één van de volgende letters? Dan is deze onregelmatig en krijgt deze een andere, vrouwelijke vorm.
- ien
Il est italien.                    Elle est italienne. 

- eux
Il est heureux.                 Elle est heureuse.

- if
Il est sportif.                   Elle est sportive.

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord:
de plaats
Een bijvoeglijk naamwoord komt meestal achter het zelfstandig naamwoord in het Frans.
Er zijn een aantal uitzonderingen, deze moet je kennen!

- beau (mooi)                                               - vieux (oud)
- bon (goed, lekker)                                      - mauvais (slecht)
- joli (mooi)                                                 - nouveau (nieuw)
- premier (eerste)                                        - jeune (jong)
- long (lang)                                                - grand (groot)
- petit (klein)                                               - dernier (laatste)

Slide 6 - Slide


Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm en op de juiste plek in de zin. (nouveau)
J'économise pour une _____ console de jeux ___________.

Slide 7 - Open question


Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm en op de juiste plek in de zin. (généreux)
J'ai reçu de l'argent de ma _____ grand-mère ___________.

Slide 8 - Open question


Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm en op de juiste plek in de zin. (bon)
Je reçois de l'argent pour mes  _____ notes ___________.

Slide 9 - Open question


Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm en op de juiste plek in de zin. (bleu)
Ce sont des _____ chaussures ___________.

Slide 10 - Open question