M1 - week 1

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Bienvenidos

a la clase de español

Start

- Je weet hoe we te werk gaan

- Wij leren elkaar kennen

- Je weet waar je alle 

   materialen kunt vinden

- Je weet welke toetsen je krijgt

Yvonne Hendrix

(ma, do, vrij)

[e-mail]

en via de chat in Teams

¿Y tú?

Waarom heb jij voor Spaans gekozen?

Kun je al Spaans?

Spaans

Materialen

Teams voor :                                                                  Boek voor:

- het inleveren van opdrachten                             - in de les

- extra materiaal (filmpjes, oefeningen)           - basis in Spaans

LessonUp voor :                                                            Reader voor:

- tijdens de les en huiswerktaken                         - toetsvoorbereiding

Neem een laptop en oortjes mee naar de les voor online werken en luisteropdrachten!

Welke kleuren zitten in de
Spaanse vlag?

1. Blauw en geel
2. Wit en blauw
3. Geel en rood

Rojo y amarillo

Wat is een typisch Spaans gerecht?

1. Paella
2. Mortadella
3. Pastel de Nata

Wat is de hoofdstad van Spanje?

1. Madrid
2. Valencia
3. Barcelona

Wat is GEEN buurland van Spanje?

1. Frankrijk
2. Marokko
3. Italië

Wat was vroeger de Spaanse munt?

1. Lire
2. Escudo
3. Peseta

Hoe heet de koning van Spanje?

1. Juan Carlos
2. Felipe
3. Romeo

Wat is een siesta?

1. een typische wijn
2. een nationaal feest
3. een middagdutje

Wat is geen Spaans drankje?

1. limoncello
2. cuarenta y tres
3. tinto de verano

Hoe zeg je goedemorgen in het Spaans?

1. buongiorno
2. buena mañana
3. buenos días

Wat zijn castagnetten?

1. een Spaans muziekinstrument
2. speciale schoenen voor een dans
3. een wapen

Wat is geen typische Spaanse
dans?

1. tango
2. paso doble
3. flamenco

Hoeveel keer groter is Spanje van Nederland?

1. 6x
2. 12x
3. 16x

Welk automerk komt uit Spanje?

1. Mercedes
2. SEAT
3. Alfa Romeo

Wat is gazpacho?

1. een tapa
2. een visgerecht
3. een soep

Hoe heet een mousserende wijn
die uit Spanje komt?

1. champagne
2. prosecco
3. cava

In welk land wordt geen Spaans gesproken?

1. Brazilië
2. Honduras
3. Panamá

De landen hieronder genoemd spreken Spaans als officiële taal:

 Mexico, Colombia, Spanje, Argentinië, Peru, Venezuela, Chili, Guatemala, Ecuador, Cuba, Bolivia, Dominicaanse Republiek, Honduras, Paraguay, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Puerto Rico, Uruguay, Panama en Equatoriaal-Guinea.

Wat zijn pinchos?

1. Een stok bij het stierenvechten.
2. Varkenspoten die hangen in restaurants.
3. Hapjes, vaak op brood op een stokje.

Wat is de officiële taal van Spanje die we ook leren op school?

1. Castiliaans
2. Catalaans
3. Galicisch

De officiële talen van Spanje

Wat is geen Spaanse gewoonte?

1. te laat komen
2. gezinnen met kinderen laat op straat
3. je baas met jij aanspreken

Wat is geen Spaans hotelketen?

1. NH Hotels
2. Paradores
3. ACCORhotels

Week 1

- Je leert over de Spaanse cultuur

- Je groet iemand, vraagt hoe het 

   gaat, stelt jezelf voor, noemt je    

   nationaliteit en neemt afscheid

- Je kent het alfabet en de regels 

   voor uitspraak en klemtoon

- Je kunt je naam spellen

- Je leert de persoonlijke 

   voornaamwoorden

Opdrachten week 1

Maken:

Reader (pag 16-25)

Leren:

woordenlijst (pag 68)

SO1: 

donderdag 8 september 

(zie ook Teams)

Tarea

Wat?	Lees opdracht "presentarse y saludar" op pag. 16+17 en maak kennis in het Spaans
Hoe?	In tweetallen
Tijd?	5 minuten
Hulp?	Reader
Eerder klaar?	Lees alvast verder

el abecedario

c + a, o, u = K (cacao, Colombia, Cuba)

c + i, e       = TH (of S in Latijns-Amerika) (centímetro, cinco)

ch               = tsj (macho, cha-cha-cha) 

g + a, o, u = G (gamba, golf, Guatemala)

g+ i, e        = CH / harde G  (Gibraltar, general)

gue / gui  = G (de U spreek je niet uit: guerrilla, guitarra)

h                  = - (wordt niet uitgesproken: hola, hotel)

i                   = ie (sí)

j                   = CH / harde G  (jefe)

el abecedario

ll    = J (Mallorca)

ñ    = NJ (oranje > España)

qu = K (queso) Na de q komt altijd een u!

r     = rollend

rr    = sterk rollend

u    = OE (Uruguay)

v     = B (Barcelona, Valencia)

y     = J  (Uruguay)  > Let op, behalve het woord "y", dat spreek je uit als  "ie".

z     = TH (of S in Latijns-Amerika) (zumba)

Tarea

Wat?	Spel je naam en schrijf de namen van je klasgenoten in het schema. Luister daarna naar de woorden die je docent spelt
Hoe?	Klassikaal
Tijd?	10 minuten
Hulp?	Reader
Eerder klaar?	Maak dan de leesopdracht op pag 20

Las lenguas de España

Las lenguas de España

Castellano:    Hola, me llamo Juan

Catalán:          Hola, em dic Juan

Gallego:          Ola, chámome Juan

Vasco:             Kaixo, Juan dut izena

Ser / ser de

ser         = zijn

ser de   = komen uit

Soy Alba, soy de Valladolid.

Ella es Lidia, es de Madrid.

Ser 

ik	yo	soy
jij	tú	eres
hij / zij / u	él / ella / usted	es
wij	nosotros / -as	somos
jullie	vosotros / -as	sois
zij / u (mv)	ellos / -as / ustedes	son

Persoonlijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, etc) alleen bij nadruk

Yo soy Alba, ella es Lidia. (ík ben Alba, zij is Lidia)

In Latijns-Amerika gebruikt men ustedes i.p.v.  vosotros. 

Ook gebruikt men vaker usted dan tú

Let op:

bij nosotras, vosotras, ellas = groep met alleen vrouwen

Vanaf 1 man wordt de hele groep mannelijk

Tarea

Wat?	Maak opdracht 1 t/m 3: Tekst lezen + vragen beantwoorden opdrachten over groeten
Hoe?	In tweetallen
Tijd?	10 minuten
Hulp?	Reader
Eerder klaar?	Ga dan even pauze houden (rustig!)

Regels voor de klemtoon

1. staat er een accent ' op  > dan ligt daar altijd de klemtoon

    (Aviación, Málaga)

2. eindigt een woord op 

     a. een klinker (a, e, i, o, u) of -s of -n   

          > klemtoon op de één na laatste lettergreep

         (chico, Mallorca, casas, imagen)

    b. alle andere letters

          > klemtoon op de laatste lettergreep

          (trabajar, ciudad, hotel)

Tarea

Wat?	Maak opdracht 4-8 op pag 23-24
Hoe?	In tweetallen
Tijd?	5 minuten
Hulp?	Reader
Eerder klaar?	Ga dan leren voor je SO.

Volgende week

Heb je je eerste SO op donderdag!

Starten we met de eerste creatieve opdracht

Leer je tellen van 0 t/m 20

Leer je de werkwoorden zijn en hebben

Kun je zeggen hoe oud je bent

Kijk in Teams voor de studiewijzer en de links naar de LessonUps

Neem je boek en/of laptop mee!

Check doelen  

- Je leert over de Spaanse cultuur

- Je groet iemand, vraagt hoe het

   gaat, stelt jezelf voor, noemt je

   nationaliteit en neemt afscheid

- Je kent het alfabet en de regels

   voor uitspraak en klemtoon

- Je kunt je naam spellen

- Je leert de persoonlijke

   voornaamwoorden

- Je kent de persoonlijke voornaamwoorden

Nogmaals de uitleg over de uitspraak van de letters in het Spaans