Karel de Grote beloonde soms ook graven, hertogen en andere bestuurders met lenen. Zo ontstonden er in het bestuur feodale verhoudingen.
Opschrijven:
Feodaal: betrekking hebbend op de band die ontstaat wanneer iemand een persoonlijke eed van trouw aflegt aan een ander in ruil voor een leen.
Gevolg: Op lange termijn verbrokkeling van de macht.
leenmannen zegden de trouw zo maar op als ze meenden dat ze niet goed werden behandeld door hun leenheer.