Nederlands Via vervolg thema 2 woordenschat

timer
1:00
eten en drinken
1 / 15
next
Slide 1: Mind map
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

timer
1:00
eten en drinken

Slide 1 - Mind map

bederven
vlees kan snel bederven als je het niet in de koelkast legt
bereiden
eten klaarmaken
biologisch
op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid zonder gebruik van bijvoorbeeld kunstmest

Slide 2 - Slide

opeten of drinken
stoffen aan eten toevoegen waardoor het langer goed blijft 
gebruiksaanwijzing
uitleg over hoe je iets moet gebruiken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Schrijf op waar je aan denkt bij het woord 'horeca'.

Slide 5 - Mind map

Tekst
ingrediënten
de producten die worden gebruikt om een gerecht te maken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De kwaliteit

De levensmiddelen

De portie

De voedselallergie


  • De mate waarin iets goed of slecht is.
  • Eten of drinken dat je nodig hebt om te leven 
  • een afgemeten hoeveelheid eten.
  • overgevoelige reactie van het lichaam op een voedingsstof

Slide 8 - Slide

Het assortiment

Het etiket

Hygiënisch

Reserveren 

Serveren
  • De verschillende soorten producten waaruit je kunt kiezen.
  • papiertje met info over een product  op de verpakking
  • schoon en gezond

  • van te voren bespreken

  • eten of drinken naar een gast brengen

Slide 9 - Slide

wat betekent
"hygiënisch"
A
van te voren bespreken
B
de mate waarin iets goed of slecht is
C
schoon en gezond
D
stoffen die aan eten worden toegevoegd

Slide 10 - Quiz

Wat betekent 'bederven'?
A
Rotten.
B
Goed zijn.
C
Lekker smaken.
D
Verpesten.

Slide 11 - Quiz

Wat betekent 'consumeren'?
A
Verkopen.
B
Opeten of opdrinken.
C
Weggooien.

Slide 12 - Quiz

Wat zijn 'conserveermiddelen'?
A
Stoffen die aan het eten/drinken worden toegevoegd.
B
Stoffen die uit eten/drinken komen.
C
Stoffen die goed zijn voor dieren om te eten/drinken.

Slide 13 - Quiz

Wat is een 'gebruiksaanwijzing'?
A
Recept.
B
Uitleg over hoe je iets moet gebruiken.
C
Uitleg over hoe je iets moet koken.

Slide 14 - Quiz

Kwaliteit 
Levensmiddelen
Portie
Hygiënisch
De mate waarin iets goed of slecht is.
Eten of drinken dat je nodig hebt om te leven. 
Een afgemeten hoeveelheid eten. 
Schoon en gezond. 

Slide 15 - Drag question