What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Via Vervolg Thema 2 Belangrijke woorden
Via vervolg
Thema 2
eten & drinken
Hoofstuk 1
belangrijke woorden
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
6 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Via vervolg
Thema 2
eten & drinken
Hoofstuk 1
belangrijke woorden
Slide 1 - Slide
Lesdoel:
Ik ken de betekenissen van de moeilijke woorden uit thema 2.
Slide 2 - Slide
Biologisch
Op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid zonder gebruik van gif of kunstmest.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Conserveringsmiddelen
Stoffen die aan eten of drinken worden toegevoegd, waardoor eten en drinken langer goed blijft
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
De houdbaarheidsdatum
De datum tot wanneer iets te gebruiken is.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
De voedselallergie
Overgevoelige reactie van het lichaam op een voedingsstof
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Het etiket
Sticker met informatie over een product, dat op de verpakking is geplakt
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Hygiënisch
Schoon en gezond
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Wat betekent 'bederven'?
A
Rotten.
B
Goed zijn.
C
Lekker smaken.
D
Verpesten.
Slide 15 - Quiz
Wat betekent 'biologisch'?
A
Op een schone manier gemaakt.
B
Op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid.
C
Op een onnatuurlijke manier gemaakt of gegroeid.
D
Op een nieuwe manier gemaakt of gegroeid.
Slide 16 - Quiz
Wat betekent 'bereiden'?
Slide 17 - Open question
Wat betekent 'consumeren'?
A
Verkopen.
B
Opeten of opdrinken.
C
Weggooien.
Slide 18 - Quiz
Schrijf op waar je aan denkt bij het woord 'horeca'.
Slide 19 - Mind map
Wat zijn 'conserveermiddelen'?
A
Stoffen die aan het eten/drinken worden toegevoegd.
B
Stoffen die uit eten/drinken komen.
C
Stoffen die goed zijn voor dieren om te eten/drinken.
Slide 20 - Quiz
Wat is een 'gebruiksaanwijzing'?
A
Recept.
B
Uitleg over hoe je iets moet gebruiken.
C
Uitleg over hoe je iets moet koken.
Slide 21 - Quiz
Wat betekent 'vegatarisch'?
Slide 22 - Open question
Kwaliteit
Levensmiddelen
Portie
Hygiënisch
De mate waarin iets goed of slecht is.
Eten of drinken dat je nodig hebt om te leven.
Een afgemeten hoeveelheid eten.
Schoon en gezond.
Slide 23 - Drag question
Vul het juiste woord in:
'De melk smaakte zuur, omdat de .... al een week geleden is verstreken.'
Slide 24 - Open question
Vul het juiste woord in:
'Mijn vader kookt ....., omdat mijn zusje geen vlees eet'.
Slide 25 - Open question
Vul het juiste woord in:
'Dure pindakaas is niet altijd van een betere .... dan goedkopere pindakaas.'
Slide 26 - Open question
Vul het juiste woord in:
'Voordat je een nieuw apparaat gebruikt, moet je eerst goed de .... lezen.'
Slide 27 - Open question
More lessons like this
VIa Vervolg thema 2 - Moeilijke woorden
March 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
VIa Vervolg thema 2 - Moeilijke woorden
January 2020
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Via Vervolg Thema 2 Belangrijke woorden
March 2022
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Via Vervolg Thema 2 Belangrijke woorden
June 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Via Vervolg 1F Deel A Thema 2 H1 Belangrijke woorden
October 2024
- Lesson with
24 slides
Thema eten en drinken
October 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Via Vervolg Thema 2 Eten en drinken H1 Belangrijke woorden
January 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Nederlands Via vervolg thema 2 woordenschat
February 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3