DUS... samengevat (zie ook vorige dia)
Een voltooid deelwoord (
v.d.) als bijvoeglijk naamwoord:
~ schrijf je met -en als het een sterk* werkwoord is
~ schrijf je met -e als het een zwak werkwoord is
~ schrijf je zo kort mogelijk, dus niet met dubbele letters
~ schrijf je wél met dubbele medeklinkers als het moet vanwege de spraak
*sterk: als de klinker van het ww in de v.t. verandert (vb: lopen-liepen)