H3 Taalverzorging Spelling

Mavo 3
Hoofdstuk 3
Taalverzorging
Spelling
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Mavo 3
Hoofdstuk 3
Taalverzorging
Spelling

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Huiswerk
  • blz. 82 -> opdracht 2, 3 en 4
  • Leg je schrift met je antwoorden op je tafel
  • Niet af = aantekening in Magister
  • Vragen over de opdrachten?

Slide 3 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord kan deel uitmaken van het gezegde:
- Mijn slaapkamer is vandaag door mij opgeruimd.

Een voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt.
- Mijn opgeruimde slaapkamer ziet er weer fris uit.

Slide 4 - Slide

Schrijfwijze
Gebruik de verlengproef om te weten of je een voltooid
deelwoord met een -d of -t schrijft.

- Het is verkleed met een -d, want je zegt: de verklede kleuter.
- Het is gelakt met een -t, want je zegt: de gelakte nagels.

Slide 5 - Slide

Schrijfwijze
Schrijf het voltooid deelwoord én  het bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk.

De kleuter was verkleed.    - De verklede kleuter.
De foto was gemaakt.          - De gemaakte foto.
De drenkeling is gered.       - De geredde drenkeling.
Het snoep is opgeborgen. - Het opgeborgen snoep.

Slide 6 - Slide

Noteer het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.


(frituren) - ___ eten is niet goed voor je. 
A
gefrituurt
B
gefrituurd

Slide 7 - Quiz

Noteer het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.


(verzadigen) - Pas ook op met veel ___ vetten. 
A
verzadigde
B
verzadigte

Slide 8 - Quiz

Noteer het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.


(verbranden) - Ook ___ korstjes aan je barbecuevlees zijn slecht voor je.
A
verbrande
B
verbrandde

Slide 9 - Quiz

Noteer het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.

(smelten) - Eet ook niet teveel ___ kaas, want daar word je dik van.

Slide 10 - Open question

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat.


(sponsoren) – Als je op hoog niveau wilt sporten, moet je eigenlijk ___ worden.
A
gesponsort
B
gesponsord

Slide 11 - Quiz

Niemand herkende de als Pippi Langkous ...................(verkleden) meisjes.

Slide 12 - Open question

Dankzij die .....................(verbreden) tunnel gebeuren er minder ongelukken.

Slide 13 - Open question

Het op de Polderbaan ...................(landen) vliegtuig was een half uur te vroeg.

Slide 14 - Open question

Genoten de gasten van de door de chefkok ...........................maaltijd?
A
bereide
B
bereidde

Slide 15 - Quiz

Het op de flyer ...........................(vermelden) mailadres was helaas niet correct.

Slide 16 - Open question

Aan de slag!
  • Zelfstandig aan de slag: 
maak opdracht 1, 2 en 4 op blz. 84 en 85.

  • Zelfstandig nakijken: 
opdracht 1, 2 en 4. Vergelijk de antwoorden op het bord met de antwoorden in je schrift. Verbeter jouw antwoord indien nodig.

Slide 17 - Slide