H3 Taalverzorging Spelling

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Gemaakt huiswerk op tafel bij het lezen. 
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Ik weet of ik goed de woordsoorten kan onderscheiden. 
Ik leer bijvoeglijke naamwoorden als voltooid deelwoorden herkennen. 
Ik kan voltooid deelwoorden als bijvoeglijk naamwoorden op de juiste manier spellen. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken met je buur

H3 Taalverzorging grammatica
Opdracht 2, 3 en 6
  • Pak je boek enlees nogmaals de opdrachten. 
  • Vergelijk jullie antwoorden en bespreek de verschillen. 
  • Overtuig elkaar van het juiste antwoord. 
  • Kom je er niet uit? Bewaar de vraag voor de centrale bespreking hierna. 
  • 7 min. overleggen. 
  • Daarna de vragen uit de klas klassikaal bespreken. 
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord kan deel uitmaken van het gezegde:
- Mijn slaapkamer is vandaag door mij opgeruimd.

Een voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt.
- Mijn opgeruimde slaapkamer ziet er weer fris uit.

Slide 5 - Slide

Schrijfwijze
Gebruik de verlengproef om te weten of je een voltooid
deelwoord met een -d of -t schrijft.

- Het is verkleed met een -d, want je zegt: de verklede kleuter.
- Het is gelakt met een -t, want je zegt: de gelakte nagels.

Slide 6 - Slide

Schrijfwijze
Schrijf het voltooid deelwoord én  het bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk.

De kleuter was verkleed.    - De verklede kleuter.
De foto was gemaakt.          - De gemaakte foto.
De drenkeling is gered.       - De geredde drenkeling.
Het snoep is opgeborgen. - Het opgeborgen snoep.

Slide 7 - Slide

Noteer het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.


(frituren) - ___ eten is niet goed voor je. 
A
gefrituurt
B
gefrituurd

Slide 8 - Quiz

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat.


(sponsoren) – Als je op hoog niveau wilt sporten, moet je eigenlijk ___ worden.
A
gesponsort
B
gesponsord

Slide 9 - Quiz

Niemand herkende de als Pippi Langkous ...................(verkleden) meisjes.

Slide 10 - Open question

Dankzij die .....................(verbreden) tunnel gebeuren er minder ongelukken.

Slide 11 - Open question

Genoten de gasten van de door de chefkok ...........................maaltijd?
A
bereide
B
bereidde

Slide 12 - Quiz

Het op de flyer ...........................(vermelden) mailadres was helaas niet correct.

Slide 13 - Open question

Zelfstandig werken 

  • In stilte
  • Geen vragen aan docent of je buur. 
  • 10 min.
  • Eerder klaar? Vraag de docent om de vervolgopdracht. 


Wat?

H3 Taalverzorging spelling
Opdracht 1, 2 en 4

timer
1:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide