This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Hechting
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Doelen
Na deze les kun je benoemen hoe hechting tot stand komt.
Na deze les kun je de verschillende hechtingsstijlen benoemen.
Slide 3 - Slide
hechting
Slide 4 - Mind map
Hechting
'Hechting is een proces van interactie tussen een kind en een of meer van zijn opvoeders dat leidt tot een duurzame affectieve relatie' (definitie NJI, 2021).
Slide 5 - Slide
Hechtingsproces
Kinderen zoeken op jonge leeftijd contact met iemand die hen beschermt wanneer ze angstig, verdrietig of gespannen zijn.
De wijze waarop ouders/verzorgers reageren op de behoeften van het jonge kind zorgt voor een veilige of onveilige hechting.
Slide 6 - Slide
Hechtingsfiguren kunnen bijv. ouders, broertjes en zusjes, opa's en oma's en pedagogisch medewerkers van de kinderopvang zijn.
Slide 7 - Slide
Hechtingsstijlen
Angstig vermijdend gehecht
Veilige gehecht
Ambivalent gehecht
gedesorganiseerd gehecht
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Slide
Het kind probeert altijd bij de opvoeder te zijn en klamt zich aan hen vast als ze in een onbekende omgeving zijn. Bij afwezigheid reageren ze vaak erg overstuur en kunnen moeilijk getroost worden. Ze zijn angstig als de opvoeder er niet is, bij terugkeer tonen de kinderen woede omdat de opvoeder weg is gegaan.
A
Veilig gehecht
B
Ambivalente hechting
C
Gedesorganiseerde hechting
D
Angstig vermijdend
Slide 11 - Quiz
Het kind onderdruk angst en het lijkt alsof het erg zelfstandig kan functioneren. Wanneer het in een onbekende omgeving even alleen wordt gelaten is het angstig en overstuur, wanneer de opvoeder terug is laat het kind niets van de angst merken. Een kind wat vaak afgewezen of verwaarloosd wordt kan deze vorm van hechting ontwikkelen. De opvoeder is vaak afwijzend of weinig sensitief.
A
Angstig vermijdend gehecht
B
Veilige hechting
C
Ambivalente hechting
D
Gedesorganiseerde hechting
Slide 12 - Quiz
Er is een goed evenwicht tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid. Het king uit gevoelens van spanning, angst en verdriet en zoekt/vindt daarvoor troost bij opvoeders. Er is een goede balans tussen het zoeken van nabijheid tot de opvoeder en het verkennen van de omgeving. Ouders zijn sensitief en toegankelijk.
A
Veilig gehecht
B
Angstig vermijdend gehecht
C
Gedesorganiseerde hechting
D
Ambivalente hechting
Slide 13 - Quiz
Het kind laat vaak tegenstrijdige emoties zien. Het kan eerst huilen en vervolgens lachen. Het gedrag is onberekenbaar en onvoorspelbaar. De opvoeder laat tegenstrijdig en onvoorspelbaar gedrag zien. Het reageert soms wel op de behoeften van het kind en de andere keer helemaal niet. Het kind durft niet op de opvoeder te vertrouwen. De opvoeder is een bron van angst en een beschermer. Het kind kan zich afzetten tegen de opvoeder of zich vastklampen.
A
Veilig gehecht
B
Ambivalent gehecht
C
Gedesorganiseerd gehecht
D
Angstig vermijdend gehecht
Slide 14 - Quiz
Volgende week
Hechting
John Bowlby
Werkvorm
Slide 15 - Slide
Doelen
Na deze les kun je benoemen hoe hechting tot stand komt.
Na deze les kun je de verschillende hechtingsstijlen benoemen.