Verrijk je Nederlands: Woordenschat voor Leesvaardigheid 2F

Verrijk je Nederlands: Woordenschat voor Leesvaardigheid 2F
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verrijk je Nederlands: Woordenschat voor Leesvaardigheid 2F

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kunnen de studenten belangrijke woorden begrijpen die nodig zijn voor leesvaardigheid.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het begrijpen van belangrijke woorden voor leesvaardigheid?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is Leesvaardigheid?
Leesvaardigheid verwijst naar het vermogen om geschreven tekst te begrijpen en de betekenis ervan te interpreteren.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke Woorden
Belangrijke woorden zijn essentieel voor het begrijpen van een tekst en het opbouwen van vocabulaire.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke woorden zijn essentieel voor het begrijpen van een tekst en het opbouwen van vocabulaire.
Eens, woorden dragen de betekenis.
Oneens, zinscontext is belangrijker.
Eens, het verrijkt de taal.
Oneens, beperkt de creativiteit.

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

Contextuele Betekenis
Het begrijpen van de context helpt bij het afleiden van de betekenis van onbekende woorden tijdens het lezen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verbanden Leggen
Het herkennen van verbanden tussen woorden en zinnen helpt bij het begrijpen van de tekst als geheel.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat Uitbreiden
Het actief uitbreiden van woordenschat helpt bij het verbeteren van de leesvaardigheid en begripsniveau.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Oefening
Doe een oefening waarbij de studenten belangrijke woorden uit een tekst moeten identificeren en begrijpen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat helpt bij het afleiden van de betekenis van onbekende woorden tijdens het lezen?
A
Het herhalen van bekende woorden
B
Het overslaan van moeilijke woorden
C
Het begrijpen van de context
D
Het raadplegen van een woordenboek

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Reflectie
Reflecteer op de les en bespreek hoe de studenten hun begrip van belangrijke woorden voor leesvaardigheid hebben verbeterd.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.