V4 Nederlands Literatuur Les 4

Programma
  1.  Leerdoel
  2. Instructie/oefeningen
  3. Evaluatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma
  1.  Leerdoel
  2. Instructie/oefeningen
  3. Evaluatie

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je leert wat poëtisch taalgebruik is en wat de functies van poëzie zijn.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wanneer kom jij in aanraking met poëzie?

Slide 4 - Mind map

Poëtisch taalgebruik
- inhoud krijgt meer lading
- vorm meer nadruk

Slide 5 - Slide

Waarom niet zeggen wat je bedoelt?

Slide 6 - Open question

Functies van poëzie (poëtica's)
Er worden vier functies (poëtica's) onderscheiden:
- mimetisch = de werkelijkheid wordt nagebootst
- pragmatisch = je kunt ervan leren
- expressief = de gedachtes en gevoelens van de dichter staan centraal
- autonoom = het gedicht staat volledig op zichzelf

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is de functie van het gedicht 'De zon komt op'?
A
mimetisch
B
pragmatisch
C
expressief
D
autonoom

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Wat is de functie van het gedicht 'Oote' van Jan Hanlo?
A
mimetisch
B
pragmatisch
C
expressief
D
autonoom

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wat is de functie van het gedicht van Bert Schierbeek?
A
mimetisch
B
pragmatisch
C
expressief
D
autonoom

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is de functie van het gedicht van 'Bang' van Theo Olthuis?
A
mimetisch
B
pragmatisch
C
expressief
D
autonoom

Slide 15 - Quiz

Aan welke eisen moeten gedichten volgens jou voldoen, aan welke eisen songteksten en welke poëtica past het best bij jou en waarom?

Slide 16 - Open question

Opdrachten
Deze les geen huiswerk. Je kunt werken aan het betoog als je dat wil inleveren, of je hw maken/nakijken. Antwoorden staan in magister. 

Vanaf na de vakantie een andere aanpak.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Vraag 10
Vraag 10 kun je inleveren via de elo. Een opdracht daarvoor staat klaar.

Slide 21 - Slide

Evaluatie
Weet je nu wat poëtisch taalgebruik is?
En ken je nu ook de vier poëtica's?

Slide 22 - Slide