MMA2 - 7.3 bouw en bescherming

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

7.3 BOUWEN EN BESCHERMEN

Leerdoelen

Ik kan noemen welke stoffen ik nodig heb om gezond te blijven en waarom mijn lichaam die stoffen nodig heeft

cellen

Je lichaam bestaat uit cellen

Cellen bestaan uit:

celkern, cytoplasma en celmembraan.

Groeien = nieuwe cellen aanmaken

Van cel tot organisme.

niet elke cel van één organisme is hetzelfde.

Bouwstoffen - om te groeien

Eiwitten

Mineralen
Water

Vetten

Bouwstoffen

• Bouwstoffen zijn nodig voor groei, ontwikkeling en herstel.
• Met bouwstoffen kan je lichaam nieuwe cellen en weefsels maken.

Bouwstoffen

• Volwassenen hebben ook bouwstoffen nodig:
• Je lichaam moet cellen vervangen (huid, bot, bloed)
• Je lichaam moet cellen repareren
• Water moet aangevuld worden

Hoeveel bouwstoffen heb je nodig?

Beschermende stoffen

Beschermende stoffen: Zorgen voor bescherming en weerstand tegen ziekten.

• Vitaminen
• Mineralen

ADH

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid

Te weinig: gebreksziekte

Vitamine A: zien

Vitamine B: zenuwstelsel

Vitamine C: weerstand

Vitamine D: inbouw calcium in botten

IJZER: vervoer zuurstof

CALCIUM: botten en gebit

Overgewicht

Per dag heeft een mens 
gemiddeld 70 gram vet en
250 gram koolhydraten nodig.

Te veel --> opgeslagen als vet

zorgt voor overgewicht

Eetstoornissen

• Obesitas/ extreem overgewicht door vreetbuien
• Anorexia Nervosa te dun omdat zij denken te dik te zijn 

overgewicht

ondergewicht 

eetstoornis

Wat is géén bouwstof?

1. water
2. eiwit
3. koolhydraat
4. vet

ADH staat voor:

1. aanhoudende dagelijkse hoeveelheid
2. aanbevolen dagelijkse hoeveelheid
3. aanbevolen dikmakende hoeveelheid
4. Anti dagelijkse hoeveelheid

Mensen met boulimia nervosa

1. Eten te weinig
2. Eten te veel
3. Zijn mager
4. Denken dat zij te dik zijn

Wat levert veel eiwitten?

1. Sla
2. Appels
3. IJzer
4. Vis

Je hebt bouwstoffen nodig voor

1. groei
2. aanvullen afgestorven cellen
3. vernieuwen beschadigde cellen
4. A t/m C

Annemiek is erg mager, maar in de spiegel ziet zij een dik meisje. Hoe noem je deze eetstornis?

Aan de slag

MAAK:  hoofdstuk 7.3

Opdrachten tm 20