Brugklas: LS 2 Introductie Kapitel 1 (22-23)

Lernziele
  1. Je weet wat het thema van Kapitel 1 is.
  2. Je weet hoe je Duitse woorden moet uitspreken.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Lernziele
  1. Je weet wat het thema van Kapitel 1 is.
  2. Je weet hoe je Duitse woorden moet uitspreken.

Slide 1 - Slide

Planung heute
  • Lesson'up
  •  2 zusammen
  • Wörter 1.1
  • 3, 5 selbständig.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Kapitel 1

Slide 4 - Mind map

Leerdoel: je kent de verschillen tussen het Nederlandse en het Duitse alfabet en je kan de bijzondere letters goed uitspreken!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

AU(t)O   (ä/ü/ö= letter + Umlaut)
a = aa     (daar)                ß = ss ( slang)
ä = eeh    (egel)                eu/ äu = oi  (Ahoi)
u = oe      (koe)                g= goal
ü = uu      (vuur)               sch = sj (sjaal)
o = oo      (oma)               z = ts (tsaar)
ö = eu      (sleutel)            

Slide 7 - Slide

Lernbox 1 Wörter.
  • Abhängen = chillen
  •  die Beziehung = de relatie
  •  die Grundschule = de basisschool
  •  heiraten = trouwen
  •  hübsch = knap
  •  nervig = irritant
  •  obwohl = hoewel
  •  der Schüler = de leerling
  •  der Spaß = het plezier

Slide 8 - Slide

Aufgaben
2 zusammen
3,5 selbständig
Hulp? Eerst pagina 22 tekstboek 


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video