Een hoeveelheid neemt per tijdseenheid met hetzelfde getal toe of af.
Slide 4 - Slide
Exponentieële groei
Algemene formule N=
b=beginhoeveelheid
g=groeifactor per tijdseenheid
Een hoeveelheid wordt per tijdseenheid met hetzelfde getal (groeifactor) vermenigvuldigd
b⋅gt
Slide 5 - Slide
Een hoeveelheid H groeit lineair. Op t=5 is H=250 en op t=12 is H= 390. Stel de formule op van H. (vb: H=15t+23)
Slide 6 - Open question
Uitwerking
H=at+b
a=
t=5 en H=250 invullen om b te berekenen geeft
250=20*5+b
b=250-100=150
H=20t+150
12−5390−250=7140=20
Slide 7 - Slide
Marieke zet op 1 januari 2017 een bedrag van 3500 euro op haar spaarrekening tegen een rente van 1,25% per jaar. Stel de formule op van het bedrag B in euro's dat na t jaar op haar rekening staat. En stuur een foto door van je formule
Slide 8 - Open question
Uitwerking
B=a*gt
Stap 1 Bereken de groeifactor
g=1,0125
Stap 2 Beginwaarde bepalen
a=3500
Stap 3 Formule opstellen
B=3500*1,0125t
Slide 9 - Slide
Vind je dit onderwerp nog lastig?
Bekijk dan het volgende filmpje.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Halveringstijd bij een exp. verband
Gegeven: N=300*0,8t
Gevraagd: Bereken de halveringstijd
De halveringstijd is de tijdsduur die je nodig hebt voor de halvering van je beginhoeveelheid.
Dus bij welke t is N=150?
⋅
Slide 12 - Slide
Uitwerking op Manier 1:
N=300 0,8t
Gsolve intsect geeft
Dus de halveringstijd is ongeveer 3,1
Manier 2:
Of eerst beide kanten delen door 300.
Dus de halveringstijd is ongeveer 3,1
⋅
300⋅0,8t=150
300⋅(0,8)t=150
0,8t=0,5
Y1=300⋅(0,8)t
Y2=150
x≈3,1
t=0,8log(0,5)≈3,1
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Even oefenen?
Doe een miniloco via de website op de volgende dia!
Slide 15 - Slide
henkreuling.nl
Slide 16 - Link
Hoe stel je een formule op als de groeifactor nog niet is gegeven?
vb.
Gegeven: Een hoeveelheid neemt exponentieel toe. Op t=4 is N=2510 en op t=7 is N=3240. Hierbij is t in uren.
Gevraagd: Stel de formule op van N.
Invullen t=4 en N=2510 geeft
N=1786*1,089t
g3jaar=25103240≈1,291
g1jaar=(25103240)31≈1,089
2510=b⋅1,0894
b=1,08942510≈1786
Slide 17 - Slide
Transformaties bij exponentieel verband
Slide 18 - Slide
y=2x
y=2x
translatie (0,4)
y=2x+4
y=3⋅(2x+4)=3⋅2x+12
verm. x-as, 3
verm. x-as, 3
translatie (0,4)
y=3⋅2x
y=3⋅2x+4
Slide 19 - Slide
y=2x
y=2x
translatie (3,0)
y=2x−3
verm. y-as, 4
verm. y-as, 4
translatie (3,0)
y=(2)41x
y=241x−3
y=241(x−3)=241x−43
Slide 20 - Slide
Geef van de grafiek van f aan hoe ze uit de standaardgrafiek ontstaat: