Week 36 Les 3 Taalverzorging 1 (h2) + Fictie (h1)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Nederlands

Fictie en taalverzorging

hoofdpersonen, grammatica en hoofdletters

Lezen

Nakijken

hoofdletters en leestekens

opdracht 23 en 24

Verwijs- en signaalwoorden

Wat weet je nog?

De docent is jarig. Ze zal wel gaan trakteren.

Welk verwijswoord staat in deze zin en waar verwijst het naar?

Onze hond loopt mank, maar hij is ook al oud.

Welk verwijswoord staat in deze zin en waar verwijst het naar?

Ik heb brood, eieren en chocolade gekocht.

Dit is een:

1. opsomming
2. tegenstelling
3. reden

Veel mensen slaan hun ontbijt over, omdat ze geen tijd hebben.

Dit is een:

1. opsomming
2. tegenstelling
3. reden

Verwijswoorden

Een woord dat verwijst naar een ander woord.

Bijvoorbeeld: Komen jullie vrienden ook? Nee, die kunnen niet. 

Signaalwoorden

Een woord dat laat zien wat het verband is tussen zinnen of alinea's. 

Bijvoorbeeld: ook, maar, want, en, bovendien, toch

Huiswerk

Maak opdracht 26, 27 en 28 vanaf blz. 49

Klaar? Maak opdracht 32 vanaf blz. 53