This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Voeding
voeding en duurzaamheid
Slide 1 - Slide
Wat kun je vertellen over hoe jij met de keuze over voedsel omgaat?
Slide 2 - Open question
Wat bedoelen we met duurzaam als het gaat om voeding?
Wat bedoelen we met duurzaam bij duurzame voeding?
A
Voeding die veel geld kost.
B
Voeding die lang goed blijft.
C
Voeding die minder belastend is voor het milieu .
D
Voeding die gezond is,
Slide 3 - Quiz
Verschil biologisch en duurzaam
Bij biologisch geproduceerde voeding staat het welzijn van dieren én de kwaliteit van de landbouwgrond voorop.
Maar biologisch voedsel is niet perse duurzaam.
Duurzaamheid wordt gemeten aan de hand van de impact die iets heeft op de aarde, zoals bijvoorbeeld de impact van CO2-uitstoot en energieverbruik.
Slide 4 - Slide
Voorbeeld
Een scharrelkip die biologische eieren legt, heeft meer tijd, voedsel en ruimte om de eieren te produceren en te leggen. Dit is beter voor de kip, maar niet altijd voor het milieu.
Slide 5 - Slide
Aan welk keurmerk kun je zien dat vlees afkomstig is van dieren met betere leefomstandigheden?
A
Max Havelaar
B
Demeter
C
Beter leven
D
Eco
Slide 6 - Quiz
Wat betekent het als een product een fairtrade keurmerk heeft?
A
Er wordt geen gebruik gemaakt van kunstmatige kleur- en smaakstoffen.
B
Duurzame vis voorkomt overbevissing en verkleint de impact op natuur en milieu
C
Een eerlijke betaling en goede arbeidsomstandigheden voor de boer.
D
De producten groeien in de volle grond en onverwarmde kassen
Slide 7 - Quiz
Leg uit waarom het beter is voor het milieu om voor streekproducten te kiezen.
Slide 8 - Open question
Wat is Fairtrade?
A
Eerlijke handel: de boer krijgt een eerlijke prijs voor het product.
B
Eerlijk spel: iedereen houdt zich aan de spelregels.
C
Producten die kleinschalig worden verbouwd, kleine akkers en kleine stallen.
D
Producten die zijn verbouwd zonder het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest.
Slide 9 - Quiz
EKO keurmerk heeft als doel
A
natuurlijke en milieuvriendelijke producten
B
kwalitatief goede en veilige producten
C
producten die onder eerlijke voorwaarden zijn geproduceerd