What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling cursus 5 Grammatica
Lezen
timer
10:00
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lezen
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Cursus 5 Grammatica
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je weet wat werkwoorden zijn.
Je kunt de persoonsvorm van een zin vinden.
Je herkent lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.
Je kunt het onderwerp van een zin vinden.
Slide 3 - Slide
Lesprogramma
Gezamenlijk oefenen
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les gezamenlijk afsluiten
Slide 4 - Slide
1. Gezamenlijk oefenen
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les afsluiten
Slide 5 - Slide
Wat is een werkwoord?
Een werkwoord geeft aan:
A
mens, dier of ding
B
wat iets/iemand doet of wat iets/iemand kan overkomen
C
wanneer, hoe of waar iets gebeurt
D
dat iemand iets maakt
Slide 6 - Quiz
In een (goede) zin staat altijd één werkwoord.
Ja
Nee
Slide 7 - Poll
Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 8 - Quiz
"De persoonsvorm is altijd een werkwoord."
Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord
Slide 9 - Quiz
Er zijn drie lidwoorden.
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
Waar staat een lidwoord?
A
zoeken
B
fietspad
C
bijzondere
D
het
Slide 11 - Quiz
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het, een
B
namen van mensen, dieren, dingen, planten en eigen namen
C
bijvoeglijke naamwoorden
D
geen idee
Slide 12 - Quiz
Onderwerp
Iedere zin heeft een onderwerp.
De pv en het onderwerp horen bij elkaar.
Zonder de pv kun je het onderwerp
niet
vinden
Slide 13 - Slide
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
A
Stel de vraag: wie of wat + persoonsvorm.
B
Maak van een zin een ja/nee-vraag.
Slide 14 - Quiz
Hoe vind je het onderwerp?
Wie/wat + pv
? Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.
Bijvoorbeeld: De hond eet zijn brokjes op.
Wie/wat eet
?
Let op: je moet ook het lidwoord de meenemen in het onderwerp
Slide 15 - Slide
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?
zelfstandig naamwoord
lidwoord
werkwoord
Aan
het
water
zat
een
slaperige
visser.
Slide 16 - Drag question
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?
onderwerp
persoonsvorm
Aan
het
water
zat
een
slaperige
visser.
Slide 17 - Drag question
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?
zelfstandig naamwoord
lidwoord
werkwoord
In
het
weekend
heb
ik
een
muur
in
de
woonkamer
geverfd.
Slide 18 - Drag question
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?
onderwerp
persoonsvorm
In
het
weekend
heb
ik
een
muur
in
de
woonkamer
geverfd.
Slide 19 - Drag question
2. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les afsluiten
Slide 20 - Slide
tegenwoordige tijd
Iets dat nu, op dit moment, gebeurt of wordt gedaan.
Voorbeeld: Ik ga naar huis. Ik maak mijn huiswerk.
Wat?
Wat gaan we doen?
We gaan oefenen met werkwoorden. We gaan werken aan
cursus 5 Grammatica §4 onderwerp.
Cloudwise > Nieuw Nederlands > Cursus 5 Grammatica > §4 onderwerp.
Hoe?
Hoe gaan we dit aanpakken?
Dat gaan we doen door zelfstandig in stilte te
werken. Dit doe je op jouw Chromebook.
Hulp?
Bij wie kun je hulp vragen?
Tijdens het zelfstandig werken kun je op fluistertoon hulp vragen aan je buurman/buurvrouw.
Komen jullie er samen niet uit? Steek dan je hand op en mevrouw Martens komt helpen.
Tijd?
Hoelang hebben we daar de tijd voor?
Je gaat 15 minuten zelfstandig werken.
Uitkomst?
Wat doen we met de uitkomst?
Tijdens het nabespreken gaan we controleren hoe goed we het lidwoord, zelfstandig naamwoord en onderwerp kunnen vinden.
Klaar?
Wat mag je doen als je klaar bent?
1. Werken aan andere paragrafen (1 t/m 4) van cursus 5 Grammatica.
2. Werken aan de mixopdrachten van cursus 5 Grammatica.
Slide 21 - Slide
tegenwoordige tijd
Iets dat nu, op dit moment, gebeurt of wordt gedaan.
Voorbeeld: Ik ga naar huis. Ik maak mijn huiswerk.
Wat?
Wat gaan we doen?
We gaan oefenen met werkwoorden. We gaan werken aan
cursus 5 Grammatica Mixopdrachten.
Cloudwise > Nieuw Nederlands > Cursus 5 Grammatica > mixopdrachten.
Hoe?
Hoe gaan we dit aanpakken?
Dat gaan we doen door zelfstandig in stilte te
werken. Dit doe je op jouw Chromebook.
Hulp?
Bij wie kun je hulp vragen?
Tijdens het zelfstandig werken kun je op fluistertoon hulp vragen aan je buurman/buurvrouw.
Komen jullie er samen niet uit? Steek dan je hand op en mevrouw Martens komt helpen.
Tijd?
Hoelang hebben we daar de tijd voor?
Je gaat 15 minuten zelfstandig werken.
Uitkomst?
Wat doen we met de uitkomst?
Tijdens het nabespreken gaan we controleren hoe goed we het lidwoord, zelfstandig naamwoord en onderwerp kunnen vinden.
Klaar?
Wat mag je doen als je klaar bent?
1. Werken aan andere paragrafen (1 t/m 4) van cursus 5 Grammatica.
2. Werken aan cursus Lezen §7 of §8.
3. Werken aan cursus 2 Media.
Slide 22 - Slide
4. Nabespreken
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les afsluiten
Slide 23 - Slide
Wat heb ik vandaag geleerd?
Slide 24 - Slide
Wat zijn werkwoorden?
Slide 25 - Slide
Bedenk een zin met twee werkwoorden.
Wat is de persoonsvorm van die zin?
Slide 26 - Slide
Wat is een lidwoord?
Slide 27 - Slide
Bedenk een zelfstandig naamwoord.
Slide 28 - Slide
Lars fietst in een kwartier naar het centrum van de stad.
Slide 29 - Slide
Boos gooide Tirza de deur dicht.
Slide 30 - Slide
Bij de halfpipe zag ik Michiel met zijn nieuwe longboard.
Slide 31 - Slide
6. Les gezamenlijk afsluiten
Herhaling vorige les
Uitleg nieuwe lesstof
Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
Nabespreken
Les afsluiten
Slide 32 - Slide
Hoe heb ik vandaag meegedaan?
Slide 33 - Slide
Hoe heeft mevrouw Martens het vandaag gedaan?
Slide 34 - Slide
Huiswerk maandag 19 juni
Cursus 5 grammatica
§1 t/m 4 + mixopdrachten
Slide 35 - Slide
More lessons like this
Herhaling cursus 5 Grammatica + bijvoeglijk
June 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
5.3 lidwoord zn en 5.4 onderwerp
May 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
5.1 Werkwoord en 5.2 persoonsvorm
May 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
Herhaling cursus 5 Grammatica
November 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
19 juni - Herhaling grammatica
June 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
7.11 pv vt sterke werkwoorden
16 days ago
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
7.9 Zwakke en sterke werkwoorden
March 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
7.11 pv vt sterke werkwoorden
March 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1