10 van Dalton

• Burgerschapskunde
• HBO
• Studiejaar 3

10 van Dalton

Het lukt mij om samen met de kinderen verplicht werk te bedenken.

1. Het lukt mij altijd.
2. Het lukt mij soms.
3. Het lukt mij niet.
4. Ik wil hulp.

De trotswand in mijn klas leeft.

1. We zijn er veel mee bezig.
2. We zijn er soms mee bezig.
3. We zijn er nooit mee bezig.
4. Hoe dan?

Ik weet hoe ik een portfoliogesprek met de kinderen moet voorbereiden.

1. Ja, gaat goed.
2. Redelijk.
3. Nee.
4. Leer mij hoe.

Ik voel mij zeker tijdens het portfoliogesprek.

1. Ja, gaat goed.
2. Redelijk.
3. Nee.
4. Ik wil scholing in kindgesprekken.

Ik gebruik de instructie/reflectietafel.

1. Ja, veel.
2. Af en toe.
3. Nee.
4. Ik weet nog niet goed waarvoor.

Ik geef stapelinstructie.

1. Nee.
2. Twee lessen tegelijk.
3. Alles voor 1 dag.
4. Voor meerdere dagen.

Geef feedback op de nieuwe taakbrief (tip en top).

Ieder kind heeft een weggetje gehad in mijn klas.

1. Nee.
2. Ja, 1.
3. Ja, minimaal 2.
4. Zit in groep 1.

Leeft het ik-doel nu het op de taakbrief staat?

1. Ja, fijne houvast voor de leerkracht.
2. Ja, fijne houvast voor de leerlingen.
3. Nee, leeft niet.
4. We doen het pas tegen het portfolio aan.