Les 5: Verkleinwoorden en afkortingen

Welkom!
Huiswerk controle

Woordenschat H6:
Opdracht 1, 2, 3, 4, 5
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom!
Huiswerk controle

Woordenschat H6:
Opdracht 1, 2, 3, 4, 5

Slide 1 - Slide

Spreekdossier
Inleveren uiterlijk 5 juni 2023 om 15.00u

Kijk mee in Classroom en naar een filmpje!

Slide 2 - Slide

Verkleinwoorden en afkortingen
blz 134

Slide 3 - Slide

Verkleinwoorden 
baby                                        -->
tosti                                        -->
paraplu                                  -->
pyjama                                  -->
café                                         -->
auto                                         -->



Slide 4 - Slide

Verkleinwoorden
A
bewegingkje
B
bewegingje
C
bewegingetje
D
beweginkje

Slide 5 - Quiz

Verkleinwoorden
A
woningkje
B
woninkje

Slide 6 - Quiz

Het verkleinwoord van penalty
A
penaltytje
B
penaltys
C
penalty'tje
D
penaltietje

Slide 7 - Quiz

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje

Slide 8 - Quiz

Verkleinwoorden
A
skietje
B
ski'tje

Slide 9 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van:
cola?
A
colaatje
B
cola'tje
C
cola-tje

Slide 10 - Quiz

Verkleinwoorden
A
laatje
B
ladetje

Slide 11 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
cliché?
A
clichétje
B
clicheetje
C
clichéetje
D
clichtje

Slide 12 - Quiz

Afkortingen
- Bedrijven, landen, organisaties (namen) 

Bayerische Motoren Werke = BMW
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie = VVD
Radio Télévision Luxembourg = RTL

Slide 13 - Slide

Afkortingen
- Afkortingen die je volledig uitspreekt

alstublieft = a.u.b.
zie ommezijde = z.o.z.
 


Slide 14 - Slide

Afkortingen
- Er zijn ook een hoop afkortingen die je schrijft met kleine letters, zonder puntjes.

voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs = vmbo
openbaar vervoer = ov

Slide 15 - Slide

Wat is de afkorting van?

Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam
A
hema
B
h.e.m.a.
C
HEMA
D
H.E.M.A.

Slide 16 - Quiz

Wat is de afkorting van?

Albert Heijn
A
ah
B
a.h.
C
A.H.
D
AH

Slide 17 - Quiz

Wat is de afkorting van?

met andere woorden
A
m.a.w.
B
maw
C
MAW
D
M.A.W.

Slide 18 - Quiz

Wat is de afkorting van?

in plaats van
A
i.p.v.
B
ipv
C
IPV
D
I.P.V.

Slide 19 - Quiz

Wat is de afkorting van?

tenminste houdbaar tot
A
THT
B
t.h.t.
C
T.H.T.
D
tht

Slide 20 - Quiz

Wat is de afkorting van?

tegen elk aannemelijk bod
A
teab
B
t.e.a.b.
C
T.E.A.B.
D
TEAB

Slide 21 - Quiz

Aan de slag
Boek blz 134

Maken opdracht 1, 2, 3, 4, 5
timer
25:00

Slide 22 - Slide

Lezen

timer
20:00

Slide 23 - Slide

Huiswerk
Boek uit 5 juni!

15/5 Maken blz 134 opdracht 1, 2, 3, 4, 5

Slide 24 - Slide