3k - Woordenschat en spelling H5 en H6

Welkom


Nederlands
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom


Nederlands

Slide 1 - Slide

Planning
31-03                nulmeting
07-03               Goede vrijdag
14-03                Oefenen woordenschat/spelling
22-03                Fictie 2 + Herhaling
vakantie
12-05                 Fictie 2 + Herhaling woordenschat/spelling
19-05                 Hemelvaartweekend
26-05                SO Woordenschat/Spelling + oefenen schrijven
02-06                KAMP --> Vervanger..
09-06                Lezen + Schrijven
16-06                 Lezen + Schrijven

Slide 2 - Slide


H5
Woordenschat:
Ironie/overdrijving - blz 130

Spelling
Verkleinwoorden/afkortingen - blz 134
Samenstellingen - blz 136



H6
Woordenschat:
'Begrijpen wat er staat' - blz 156

Spelling
Schrijven zonder fouten - blz 162
Woordenschat/Spelling - H5 en H6

Slide 3 - Slide

Schrijven zonder fouten
gisteren zijn tom en ik naar de albert heijn geweest na een rondje door de winkel hebben wij besloten pasta te maken pasta komt uit italië en wordt gemaakt van deeg

Slide 4 - Slide

Schrijven zonder fouten
Waar moeten hoofdletters + leestekens?

Hoofdletters, punten, komma's


Slide 5 - Slide

Waar moeten hoofdletters? Schrijf de zin over en voeg hoofdletters + leestekens toe.
jan en ik wonen in den haag

Slide 6 - Open question

Waar moeten hoofdletters? Schrijf de zin over en voeg hoofdletters + leestekens toe.
terwijl wij een snoepje aten werd er aangebeld

Slide 7 - Open question

Waar moeten hoofdletters? Schrijf de zin over en voeg hoofdletters + leestekens toe.
klaas is meestal een aardige jongen maar hij maakt wel eens een flauw grapje

Slide 8 - Open question

Waar moeten hoofdletters? Schrijf de zin over en voeg hoofdletters + leestekens toe.
ik eet graag snoepjes omdat ik suiker lekker vind

Slide 9 - Open question

Verkleinwoorden 
baby                                        -->
tosti                                        -->
paraplu                                  -->
pyjama                                  -->
café                                         -->
auto                                         -->



Slide 10 - Slide

Verkleinwoorden
A
bewegingkje
B
bewegingje
C
bewegingetje
D
beweginkje

Slide 11 - Quiz

Verkleinwoorden
A
woningkje
B
woninkje

Slide 12 - Quiz

Het verkleinwoord van penalty
A
penaltytje
B
penaltys
C
penalty'tje
D
penaltietje

Slide 13 - Quiz

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje

Slide 14 - Quiz

Verkleinwoorden
A
skietje
B
ski'tje

Slide 15 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van:
cola?
A
colaatje
B
cola'tje
C
cola-tje

Slide 16 - Quiz

Verkleinwoorden
A
laatje
B
ladetje

Slide 17 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
cliché?
A
clichétje
B
clicheetje
C
clichéetje
D
clichtje

Slide 18 - Quiz

Afkortingen
- Bedrijven, landen, organisaties (namen) 

Bayerische Motoren Werke = BMW
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie = VVD
Radio Télévision Luxembourg = RTL

Slide 19 - Slide

Afkortingen
- Afkortingen die je volledig uitspreekt

alstublieft = a.u.b.
zie ommezijde = z.o.z.
 


Slide 20 - Slide

Afkortingen
- Er zijn ook een hoop afkortingen die je schrijft met kleine letters, zonder puntjes.

voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs = vmbo
openbaar vervoer = ov

Slide 21 - Slide

Wat is de afkorting van?

Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam
A
hema
B
h.e.m.a.
C
HEMA
D
H.E.M.A.

Slide 22 - Quiz

Wat is de afkorting van?

Albert Heijn
A
ah
B
a.h.
C
A.H.
D
AH

Slide 23 - Quiz

Wat is de afkorting van?

in plaats van
A
i.p.v.
B
ipv
C
IPV
D
I.P.V.

Slide 24 - Quiz

Wat is de afkorting van?

met andere woorden
A
m.a.w.
B
maw
C
MAW
D
M.A.W.

Slide 25 - Quiz

Wat is de afkorting van?

tenminste houdbaar tot
A
THT
B
t.h.t.
C
T.H.T.
D
tht

Slide 26 - Quiz

Wat is de afkorting van?

tegen elk aannemelijk bod
A
teab
B
t.e.a.b.
C
T.E.A.B.
D
TEAB

Slide 27 - Quiz

Aan de slag
0-meting --> opdrachten

Ga zelfstandig online aan de slag met jouw opdrachten.

Succes!
timer
25:00

Slide 28 - Slide

Planning
31-03                nulmeting
07-03               Goede vrijdag
14-03                Oefenen woordenschat/spelling
22-03                Fictie 2 + Herhaling
vakantie
12-05                 Fictie 2 + Herhaling woordenschat/spelling
19-05                 Hemelvaartweekend
26-05                SO Woordenschat/Spelling + oefenen schrijven
02-06                KAMP --> Vervanger..
09-06                Lezen + Schrijven
16-06                 Lezen + Schrijven

Slide 29 - Slide


H5
Woordenschat:
Ironie/overdrijving - blz 130

Spelling
Verkleinwoorden/afkortingen - blz 134
Samenstellingen - blz 136



H6
Woordenschat:
'Begrijpen wat er staat' - blz 156

Spelling
Schrijven zonder fouten - blz 162
Woordenschat/Spelling - H5 en H6

Slide 30 - Slide