Paragraaf 2.10 Systeem aarde


2.10 Systeem aarde



H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
V5
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


2.10 Systeem aarde



H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
V5

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Je begrijpt de directe en indirecte invloed van de hydrologische kringloop op de gesteentekringloop.
  • Je begrijpt hoe de koolstofkringloop werkt en welke gevolgen deze heeft voor de aarde.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De sferen
beïnvloeden elkaar over en weer.

Systeem aarde:
  • Klimaatsysteem: de aarde wordt verwarmd
  • Platentektonieksysteem: de aarde moet zijn warmte kwijt
  • Geodynamosysteem: een natuurlijke kerncentrale

Slide 4 - Slide

Systeem aarde
De aarde is een groot dynamisch systeem waarin alle componenten met elkaar in interactie zijn.

De aarde is materieel gesloten er gaat nauwelijks tastbaar spul in of uit. Dit betekent dat alles rond blijft gaan, niets gaat verloren.
Bijvoorbeeld in de verschillende kringlopen.

Slide 5 - Slide

De kringlopen
Overgang tussen de verschillende sferen.

Welke kringlopen zijn er?
Waar worden ze door aangestuurd?

Slide 6 - Slide

Hydrologische kringloop

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Gesteentekringloop

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Koolstofkringloop

Slide 11 - Slide

De koolstofkringloop
Zet de begrippen op de juiste plek
timer
5:00

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Kijk nog een keer naar de combinaties die je hebt gemaakt.
Klopt het?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Koolstofkringloop
  1. Fotosynthese 
  2. Vorming van veenlagen 
  3. Vulkanisme 
  4. Oceaan neemt CO₂ op 
  5. Algen en schelpdieren sedimenteren 
  6. Kalk verdwijnt naar mantel door subductie 

Slide 16 - Slide

De koolstofkringloop
Koolstof zit opgeslagen in de atmosfeer, de lithosfeer, de biosfeer en de hydrosfeer.

De koolstof in de atmosfeer draagt bij aan het broeikaseffect van de aarde. 
Maar alle andere sferen zorgen juist dat dat broeikaseffect niet te sterk wordt. 

Slide 17 - Slide

Het broeikaseffect
  1. De zonne-intensiteit is met 25% toegenomen
  2. De concentratie CO2 in de atmosfeer is afgenomen             van >90% naar 0,035%
  3. De aarde is leefbaar gebleven door de opslag van CO2 in de sferen. Voorbeeld?
  4. De kringloop houdt zichzelf en systeem aarde in evenwicht


Slide 18 - Slide

Het versterkte broeikaseffect
Toegenomen CO2 concentratie in de atmosfeer sinds de industriele revolutie. 

Maar had meer moeten zijn gezien de grote hoeveelheid geproduceerde CO2 -> weer opgeslagen in de biosfeer. 

De vraag blijft in hoeverre de mens de koolstofkringloop verstoord. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Oefenen met paragraaf 2.10
Hierna maken we samen de verkorte leerroute van paragraaf 2.10. Opdracht 1 - 2 - 5

Slide 21 - Slide

1a.
Op welke wijze nemen levende mensen en dieren dagelijks deel aan de koolstofkringloop

Slide 22 - Open question

1b
Op welke wijze nemen levende planten deel aan de koolstofkringloop?

Slide 23 - Open question

Alles heeft met alles te maken
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

De samenstelling van de atmosfeer wordt indirect beïnvloed door platentektoniek
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Het broeikaseffect bestaat niet
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

In de kern van de aarde zit een thermostaat
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Levende organismen beïnvloeden de temperatuur van de aarde
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

C. geodynamosysteem >> platentektonieksysteem
D. platentektonieksysteem >> geodynamosysteem
B. platentektoniek >> klimaatsysteem
A. Klimaatsysteem >> platentektoniek
1. Afvoer van warmte
2. Verwarming van de mantel
3. Samenstelling van de atmosfeer
4. Afbraak van gebergten

Slide 29 - Drag question

2c.
Leg uit op welke wijze het systeem van platentektoniek het klimaatsysteem beïnvloedt. Je uitleg moet een oorzaak - gevolg relatie bevatten

Slide 30 - Open question

Lithosfeer <> atmosfeer
Atmosfeer <> hydrosfeer
Atmosfeer <>biosfeer
Biosfeer <> lithosfeer
Hydrosfeer <> lithosfeer
Lithosfeer <> lithosfeer
A. samenpersen
B. Vulkanisme
C. Metamorfose
D. Sedimentatie van de resten van algen en schelpen
E. Verwering
F. Subductie
G. Verdampen
H. opname door oceaanwater
I Fotosynthese
J Verrotten van planten
K. Wegzakken

Slide 31 - Drag question

5b.
Door welke 3 processen raakt de atmosfeer CO2 kwijt?

Slide 32 - Open question

5c
Welke vier processen zorgen ervoor dat het CO2 gehalte van de atmosfeer toeneemt?

Slide 33 - Open question

Volgende week
- online les
- herhaling hoofdstuk 2
- oefenen opgaven voorbereiding toetsweek

Slide 34 - Slide

Welke vragen over paragraaf 2.10 heb je nog?

Slide 35 - Open question