Waarom doe je marktonderzoek --> Geeft je inzicht in de markt.
Deskresearch: Internet, CBS, vakbladen
Fieldresearch: interview, observatie, enquête
Slide 9 - Slide
Financieel plan
Wat staat er in een financieel plan:
investeringsbegroting --- hoeveel geld heb je nodig om te starten
financieringsbegroting -- hoe ga je het betalen (eigen geld of een lening)
exploitatiebegroting ----- wat zijn je verwachte verkopen en kosten
liquiditeitsbegroting ----- wat zijn de inkomsten en uitgaven
Met een financieel plan kan je zien of je bedrijfsidee haalbaar is
Slide 10 - Slide
Marketing
Alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen, noem je marketing. Hierbij wordt gekeken naar de doelgroep voor je product.
Slide 11 - Slide
Welke doelgroep past het beste bij de volgende producten? Zet de juiste combinaties bij elkaar.
Doelgroep :
Product :
rollator
schooltassen
zonnepanelen
tweedehands meubels
zeventigplussers
jongeren van 15 tot 25
studenten
Huishoudens
Slide 12 - Drag question
Marktaandeel
Het marktaandeel is het aandeel dat een product/bedrijf in de totale markt van dat product heeft.
Slide 13 - Slide
Marktaandeel
.
.
.
.
Let op!
Afzet = hoeveel producten er verkocht zijn per bedrijf
Omzet = afzet x verkoopprijs
Slide 14 - Slide
Formule marktaandeel
Afzet van 1 aanbieder : totale afzet x 100%
Omzet van 1 aanbieder : totale omzet x 100%
Voorbeeld.
Albert Heijn heeft in 2020 een omzet gedraaid van 27 miljard euro. De totale omzet van de supermarktbranche bedraagt 72 miljard euro. Bereken het marktaandeel van de Albert Heijn.
27 miljard / 72 miljard x 100 = 37,5%
Slide 15 - Slide
Maak
Maak opdracht 28
Klaar? Begin alvast aan de andere opdrachten van 4.3
Eerst 3 min in stilte, daarna in tweetallen zachtjes overleggen.
timer
5:00
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Marketingmix
Binnen een marketingplan zijn de vijf P's beschreven: Product, Prijs, Plaats en Promotie en Personeel.
Hoe deze vijf instrumenten worden ingezet om de marketingstrategie te bedenken, wordt de marketingmix genoemd.
Slide 18 - Slide
Marketingmix
Product: Wat is de kwaliteit van je product? De verpakking? Garanties?
Prijs: Het vaststellen van een verkoopprijs.
Plaats: Waar kunnen klanten het product kopen.
Promotie: Op welke manier maak je het product bekend bij de klanten?
Personeel: Hoe moet het personeel zich gedragen en kleden? Wat voor opleiding moet het personeel hebben?