4V - Periode 2 - Les 4 (PA3 H4-5-6) - GSE (17/18-11-2022)

Bienvenidos
Lessonup.app
klascode A4sp2: uhetw
klascode A4sp4: pnysk
(linkjes staan in magister bij 30 augustus 2022)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos
Lessonup.app
klascode A4sp2: uhetw
klascode A4sp4: pnysk
(linkjes staan in magister bij 30 augustus 2022)

Slide 1 - Slide

Ropa cara (Camilo)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Een gesprek voeren over winkelen en geld. Daarnaast ga je communiceren over klimaat, reizen en over het Spaanse taalgebied.  
- Je leert begrijpend luisteren naar gesprekken in winkels, en over landen, klimaat en reizen.   
- Je oefent je leesvaardigheid met teksten die gaan over winkelen, geld, reizen, landen, cultuur. 
- Je schrijft korte teksten over winkelen, smaak, reizen, landen. Je leert artikelen te schrijven en je geeft je mening over mode, mensen en landen. 
- Je leert hoe de verschillende verleden tijden worden toegepast in het Spaans (presente perfecto, indefinido, imperfecto). Hierbij leer je ook onregelmatige en wederkerende werkwoorden. 
- Je leert hoe je een persoonlijk voornaamwoord als meewerkend en als lijdend voorwerp gebruikt. Ook herhaal je de trappen van vergelijking.  

Slide 3 - Slide

Programa
1. Info / deberes (15m)
2. Vocab 5.4
3. Gramática Cap. 5 (20m)
  • (repaso) objeto directo/indirecto
  • trappen van vergelijking
4. La paga mensual, F  ejercicio 20 escuchar  (15)
5. Pretérito indefinido + onregelm.ww. H4 bron I (10m)
6. Evaluación

Slide 4 - Slide

N.a.v. evaluatie vorige les
Meest gewaardeerd: uitleg-filmpje over lijdend voorwerp (herhaling van dezelfde uitleg op andere manier)

Meest leerzaam: oefening 14 over lijdend voorwerp

Verschil in leerstijl: 
  • liever meer uitleg / liever veel tijd om zelf te oefenen
  • volgorde: stukje uitleg en meteen ermee oefenen / alle uitleg van alle onderdelen tegelijk en daarna alle oefeningen

Slide 5 - Slide

INFO Período 2
Tema: Ir de compras, viajar, clima, países
Material: PA3 Capítulo 4, 5 y 6 + WB B + Extra boekje + leesteksten
 Studiewijzer op Teams, 2 clases por semana

Exámenes y tareas
  • Kennistoets H4 + 5 (1 of 2 december 2022
  • Schrijftoets (toetsweek januari 2023)
  • Portfolio-opdrachten  leesvaardigheid + schrijven (uiterlijk 20 december 2022)

Slide 6 - Slide

Portafolio
  1. ESCRIBIR: Hoofdstuk 6, tarea (TB p.76 + werkboek B p.119-121)
  2. LECTURA: Cultura en el mundo hispanohablante (Colombia o Ecuador) + Textos del examen

entregar: uiterlijk 20 december 2022


ESCRIBIR

Slide 7 - Slide

Comprobar los deberes
Estudiar: 
vocab 5.3  --> SPINNER
H5 bron D
bron E frases clave

Hacer:
H5 oef 14, oef 19 en 21 > Slides
H5 oef 15 zin 1 en 2 -> later in deze les

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Ejercicio 15
1 Mamá, ¿me la compras?
2 ¿Tu madre te la prepara?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Ejercicio 21ab
Ejercicio 21a
  1. e
  2. d
  3. b
  4. c
  5. f
  6. a
Ejercicio 21b
  1. Mis padres me dan treinta euros al mes.
  2. ¿En qué gastáis vuestro dinero?
  3. Tengo que pagar todo.
  4. Por eso me queda / sobra poco dinero para el resto del mes.
¿Terminado?
Conversar en parejas: ejerc. 21c

Slide 12 - Slide

Vocab 5.4

Slide 13 - Slide

Gramática
  1. lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp (repaso)
  2. de trappen van vergelijking, fuente J

Después: practicar

Slide 14 - Slide

GRAM: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp (repaso) 
1) En clase: Ver el vídeo 'meewerkend voorwerp'

(Después de la explicación: ->  Hacer ejercicio 15 (WB B p.62-63))

¿ Terminado?
Frases clave E (TB. p. 58): lees alle zinnen, noteer per zin 
de persoonlijke voornaamwoorden als lv en als mv  
timer
5:00
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp

Slide 15 - Slide

De trappen van vergelijking, fuente J
  1. Ve el vídeo.
  2. Estudia la explicación en tu libro, TB. p.63, fuente J.
  3. Je boek legt niet alleen de stellende en de vergrotende trap uit, maar ook de 'overtreffende trap'. Bestudeer de uitleg goed.

Na de uitleg:
Maak oefening 29 uit je werkboek (p.72-74)

Slide 16 - Slide

Gramática: practicar
1. MEEWERKEND EN LIJDEND VOORWERP (uitleg TB p.91)
  • Hacer ejercicio 15 (WB B p.62-63)

2. TRAPPEN VAN VERGELIJKING (uitleg TB p.51)
  • Hacer ejercicio 29 (p.72-74)

¿ Terminado?
Frases clave E (TB. p. 58): lees alle zinnen, noteer per zin 
de persoonlijke voornaamwoorden als lv en als mv  

Slide 17 - Slide

ESCUCHAR 
La paga mensual 

Cap. 5, Fuente F (TB p.59)
HACER: ejercicio 20 (WB p.66) 

Ej. 20abc

Slide 18 - Slide

GRAM: pretérito indefinido 
  1. Herhaal de pretérito indefinido: TB p.101 nr. 19
  2. Bestudeer de onregelmatige werkwoorden H4 bron I : 
  • estar (zich bevinden, zijn)
  • ser (zijn)
  • ir (gaan)
  • hacer (doen, maken)
  • tener (hebben)
3. Ga naar verbuga.eu/Esmi/ (of google 'verbuga spaans')
-> Links op het scherm: Kies een werkwoord uit het lijstje.
-> Rechts op het scherm:  Kies 'pretérito indefinido'.
4. OEFEN (ook thuis). Wanneer het goed gaat voeg je een extra werkwoord uit het lijstje toe.


timer
10:00

Slide 19 - Slide

¿Qué has aprendido?
(woorden, grammatica,
werkwijze, etc...)

Slide 20 - Mind map

Deberes
Estudiar:
vocab 5.4
H5 bron J (trappen van vergelijking)

Hacer: 
afmaken Hoofdstuk 5 oef 29 (WB B)
Hoofdstuk 5 ej. 18 (gebruik frases clave bron E)
Hoofdstuk 4 oef 28b

Slide 21 - Slide

Vocab 5.2
het seizoen
A
la temporada
B
la calma
C
la tela
D
la disponibilidad

Slide 22 - Quiz

Evaluación
Wat was de opdracht waar je het meest van hebt geleerd, en waarom?

Slide 23 - Open question

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 24 - Slide

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.

Slide 25 - Open question

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 26 - Open question

Meewerkend voorwerp.
De plek van me/te/le/nos/os/les
is:
A
na het onderwerp van de zin
B
voor de persoonsvorm
C
voor de persoonsvorm, of achter het hele werkwoord plakken
D
voor de persoonsvorm, of voor het hele werkwoord

Slide 27 - Quiz

Meewerkend en lijdend voorwerp
Objeto indirecto (meewerkend voorwerp)
  • Doy un vaso de agua a Ana. -> Le doy un vaso de agua.
  • Compras un regalo para mí. -> Me compras un regalo.

Objeto directo (lijdend voorwerp)
  • Veo el hermano de Juan. -> Lo veo.
  • Veo unos gatos -> Los veo.

ESTUDIAR: fuente D, TB p.58 (lijdend voorwerp)

Slide 28 - Slide

Is het lijdend voorwerp een persoon? Dan 'a' voor het zelfstandig naamwoord of de eigennaam. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Info Portfolio-opdrachten
LECTURA: 
1.Cultura en el mundo hispanohablante: Colombia o Ecuador
2. Textos del examen

ESCRITURA:
Tarea 6 (capítulo 6)

Entregar: 20 de diciembre de 2022

Slide 31 - Slide

Kolommen-opdracht bron C, ejemplo: Máxima
Presente

...



Indefinido

nació = werd geboren
...
Imperfecto

era = zij was
...

Slide 32 - Slide