4V Periode 2 - PA3 H5+6 Les 4 (25/26-11-2024)

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A4sptl6 heeft klascode llozc
A4sptl7 heeft klascode lxowd

Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 47
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A4sptl6 heeft klascode llozc
A4sptl7 heeft klascode lxowd

Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Een gesprek voeren over winkelen en geld. Daarnaast ga je communiceren over klimaat, reizen en over het Spaanse taalgebied.  
- Je leert artikelen te schrijven en je geeft je mening over mode, mensen en landen. 
- Je leert hoe de verschillende verleden tijden worden toegepast in het Spaans (presente perfecto, indefinido, imperfecto). Hierbij leer je ook onregelmatige en wederkerende werkwoorden. 
- Je leert hoe je een persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp gebruikt. Ook herhaal je de trappen van vergelijking en het meewerkend voorwerp.  

Slide 2 - Slide

INFO Periode 2
Tema: Ir de compras, viajar, clima, países
Material: PA3 Capítulo 4, 5 y 6 + WB B + leesteksten + evt. extra boekje
Studiewijzer komt op Teams, 2 clases por semana
ACA dinsdag 5e uur

Exámenes y tareas
  • Kennistoets Hoofdstuk 5 + aanvulling
  • Schrijftoets (toetsweek 2)
  • Portfolio-opdrachten: leesvaardigheid (vóór de kerstvakantie nabespreken) + schrijfvaardigheid (na de kerstvakantie nabespreken) 

Slide 3 - Slide

Programa
Info
1. Corregir los deberes + hablar (15m)
2. Vocab 5.4 (5m)
3. La paga mensual, F ejerc. 20 escuchar (15m)
4. Gramática (20m)
  • trappen van vergelijking, fuente J 
  • objeto directo/indirecto (-> en casa/kwg)
Reflexión, deberes (5m)


Slide 4 - Slide

1. Comprobar los deberes
Estudiar: 
vocab 5.3  --> SPINNER
H5 fuente D: objeto directo (lijdend voorwerp)
H5 fuente E frases clave

Hacer: 
H5 ejercicio 14ab, 14c frase 1-5, 18, 19, 21ab

Volg zelfstandig deze lessonup, werk van boven naar beneden. Begin op de eerstvolgende slide met het nakijken van het huiswerk. 
Als je vragen hebt of als je klaar bent, steek dan je hand op.

Slide 5 - Slide

Tekst

Slide 6 - Slide

Corregir ej. 18
1. Corregir: ejercicio 18 en casa.
  • Compara tu texto con el ejemplo (zie onder). ¿Cuáles son las diferencias?
  • ¿Qué consejos puedes deducir para ti mismo/a? -> apúntalos en tu cuaderno (schrift)

 






Ejercicio 18, voorbeelduitwerking
'La chica lleva una falda blanca. La falda le queda muy corta. Necesita una talla más grande. La camiseta negra le queda muy bien. Me gusta la ropa de la chica, creo que la chica tiene que comprar la camiseta porque es una camiseta bonita. La falda es bonita pero es demasiado pequeña.'

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Corregir: Ejercicio 21ab
Ejercicio 21a
  1. e
  2. d
  3. b
  4. c
  5. f
  6. a
Ejercicio 21b (las frases están en la fuente F)
  1. Mis padres me dan treinta euros al mes.
  2. ¿En qué gastáis vuestro dinero?
  3. Tengo que pagar todo.
  4. Por eso me queda / me sobra poco dinero para el resto del mes.
¿Terminado?
Conversar en parejas: ejerc. 21c

Slide 9 - Slide

Ej. 18: Has comparado tu texto con el ejemplo.
¿Cuáles son las diferencias?
¿Qué consejos puedes deducir para ti mismo/a?

Slide 10 - Open question

2. Vocabulario 5.4 (WB p.84)
  1. Aprender durante 4 minutos
  2. Formar unas frases con 'sin embargo' y 'equivocarse' (escríbelas en tu cuaderno)
timer
4:00
woord van de week: 
sin embargo 
(toch, echter)
palabra del día:
equivocarse 
(zich vergissen) 


Slide 11 - Slide

3. Escuchar: La paga mensual (15m) 

Cap. 5, Fuente F (TB p.59)
HACER: ejercicio 20 (WB p.66) 

PA3 H5 oef 20abc

Slide 12 - Slide

4. Gramática
BESTUDEER de volgende slides. 
Deze geven uitleg over:
  • de trappen van vergelijking, fuente J 
  • lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp (repaso)

Slide 13 - Slide

De trappen van vergelijking, fuente J
Mi casa es cara, pero ....
   la casa de mi vecino es más cara que mi casa.
Mi libro es caro, pero...
   tu libro es más caro que mi libro.

más ... que
menos ... que
tan .... como

el más caro / la más cara = de duurste (overtreffende trap)
                                          

Slide 14 - Slide

Extra uitleg: De trappen van vergelijking, fuente J
Extra uitleg? 
  1. Ve el vídeo.
  2. Estudia la explicación en tu libro, TB. p.63, fuente J.
  3. Je boek legt niet alleen de stellende en de vergrotende trap uit, maar ook de 'overtreffende trap'. Bestudeer de uitleg goed.

Slide 15 - Slide

Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp (repaso) 
EXPLICACIÓN:
Kijk de filmpjes en/of bestudeer de leerstof in je boek. 
Maak daarna de opdrachten op de volgende pagina.


Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp

Slide 16 - Slide

Gramática: practicar
Je hebt de uitleg beluisterd / bekeken. Maak nu de oefeningen die hierbij horen:

1. TRAPPEN VAN VERGELIJKING (uitleg TB p.63)
  • Hacer ejercicio 29 (p.72-74)

2. MEEWERKEND EN LIJDEND VOORWERP (uitleg TB p.91)
  • Hacer ejercicio 14c frase 6-8 + 14d zin 1-3. Vertaal heel nauwkeurig. (WB B p.62)

¿ Terminado?
Ga naar de volgende slide en oefen met de verleden tijden.

Slide 17 - Slide

Repaso: pretérito indefinido 
1. Herhaal de pretérito indefinido: TB p.101 nr. 19
2. Bestudeer de onregelmatige werkwoorden H4 bron I : 
  • estar (zich bevinden, zijn)
  • ser (zijn)
  • ir (gaan)
  • hacer (doen, maken)
  • tener (hebben)
3. Ga naar verbuga.eu/Esmi/ (of google 'verbuga spaans')
  • Links op het scherm: Kies een werkwoord uit het lijstje.
  • Rechts op het scherm:  Kies 'pretérito indefinido'.
4. OEFEN (ook thuis). Wanneer het goed gaat voeg je een extra werkwoord uit het lijstje toe.


timer
10:00

Slide 18 - Slide

Evaluación
Wat was de opdracht waar je het meest van hebt geleerd, en waarom?

Slide 19 - Open question

Lijdend voorwerp.
De plek van me, te, lo/la, nos, os, los/las
is:
A
na het onderwerp van de zin
B
voor de persoonsvorm
C
voor de persoonsvorm, of achter het hele werkwoord plakken
D
voor de persoonsvorm, of voor het hele werkwoord

Slide 20 - Quiz

Deberes
Estudiar:
vocab 5.4
H5 bron J (trappen van vergelijking)

Hacer: 
afmaken Hoofdstuk 5 oef 29 (WB B)
Hoofdstuk 5 ej. 14c afmaken, 14d zin 1-3 heel nauwkeurig vertalen, oef 29

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Corregir ejercicio 19
Ejercicio 19a
- Hoeveel zakgeld krijgen anderen.
- Waaraan besteden de anderen hun zakgeld.

Ejercicio 19c
1 a
2 b
3 a

Ejercicio 19d
1 Hij wil sparen voor zijn rijbewijs.
2 Ze krijgt alles wat ze vraagt.
3 Aan een duur leren hoesje voor haar mobiele telefoon.




Ekercicio 19b
Laura: makeup, mobiel, bioscoop, cadeaus
Enrique: sparen
Cristina: snoep mobiel bioscoop cadeaus kleding
Josep: mobiel bioscoop cadeaus
Maria: mobiel

Slide 23 - Slide

¿Qué has aprendido?
(woorden, grammatica,
werkwijze, etc...)

Slide 24 - Mind map

Vocab 5.1
het geluk
A
la talla
B
la suerte
C
el descuento
D
la tarjeta

Slide 25 - Quiz

Vocab 5.1
paskamer
A
demasiado
B
probador
C
equivocarse
D
diseñar

Slide 26 - Quiz

Vocab 5.1
sparen
A
gastar
B
probar
C
devolver
D
ahorrar

Slide 27 - Quiz

¿Qué más has aprendido?

Slide 28 - Mind map

Kijk terug op deze les:
Wat ging goed en wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 29 - Open question

Reglas
  1. groeten bij binnenkomst, geen jassen of telefoons in de klas (telefoon meteen in de muurtas)
  2. spullen en huiswerk in orde
  3. bij binnenkomst rustig op eigen plaats gaan zitten
  4. als de docent spreekt, ben je stil
  5. vragen? hand opsteken
  6. computer alleen gebruiken voor de les, en alleen indien de docent dat vraagt (dus geen andere bestanden, sites, mail of meldingen open hebben staan)
                                                 
                                    Respecteer elkaar, en elkaars spullen!

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Info opdracht leesvaardigheid
Cultura en el mundo hispanohablante: Colombia o Ecuador.

  • en grupos de 2 personas
  • seleccionad un país, Colombia o Ecuador
  • Leed el texto ' Presentación" + contestad las preguntas.
  • Seleccionad otro texto sobre el mismo país, leed + contestad las preguntas.

Entregar: 18 december nabespreken in de les

Slide 32 - Slide

Info Tarea Escribir: '¿Adónde vamos?'
Hacer: Tarea, Werkboek B p.119-121 + TB p.76

Entregar: 8 januari 2024 nabespreken in de les




Slide 33 - Slide

Info ICT, huiswerk


Lessonup.app:   
  • aanmelden, linkje staat in magister bij de eerste les Spaans van dit schooljaar. 

Huiswerk:
  • Op magister staat je rooster, maar het huiswerk staat op Teams. Houd het huiswerk goed bij!
  • Er is een Tegel in Teams voor jouw cluster Spaans


Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Programa
1.  INFO
2. INTRO H5: 'El dinero viene y va' 
  • Intro Bilbao
  • Vocab 5.1 + Ejercicios WB p.49-51
3. ESCUCHAR; Empiezan las rebajas,
  • A, ejerc. 3-4
4. GRAMÁTICA: meewerkend voorwerp, H4 gram. D + H5 ejercicio  12

Slide 36 - Slide

Ropa cara (Camilo)

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Practicar: Pretérito indefinido
EXPLICACIÓN
  • in welke situaties je de verschillende verleden tijden gebruikt, TB p.101-102 nr. 21.  Zie ook de korte uitleg op de volgende slide.
  • vervoegingen regelm. ww (TB p.27) 
  • vervoegingen onregelm. werkwoorden (TB p.51)

OPDRACHT: Kies optie 1 en/of optie 2 (volgende slides, blauw)
Pretérito indefinido

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Opción 1: Practicar las conjugaciones
Je oefent nu online met:
  • kies werkwoorden uit de woordenlijst van dit hoofdstuk en uit de groene grammaticablokken van de 'indefinido'

Ga naar Verbuga.(google op 'verbuga Spaans')
Links: vink de werkwoorden aan die je gaat oefenen
Rechts: klik op 'pretérito indefinido'

Slide 42 - Slide

Opción 2: El uso de los pasados
Zoek in de leestekst bron C zinnen waarin een verleden tijd voorkomt. 
Schrijf die zinnen op. 
Leg uit waarom perfecto / imperfecto / indefinido in die zinnen wordt gebruikt en wat het werkwoord in die zinnen precies betekent. 
Zoek ca. 5-8 zinnen.

Necesitas ayuda?
Lee TB p.101-102, nr. 21

Slide 43 - Slide

REFLEXIÓN

Slide 44 - Slide

vocab 4.2
de taille, het middel
A
la cintura
B
la joven
C
el hombro
D
apenas

Slide 45 - Quiz

Frases clave.
Traduce:
Dat lijkt me goed.
A
Te llevo una revista.
B
Me parece bien.
C
Me duele la pierna.
D
Estoy enfermo.

Slide 46 - Quiz

Pretérito indefinido (verbos regulares):

Van 2014 tot 2018 woonden we in Leusden.
A
De 2014 a 2018 vivieron en Leusden.
B
De 2014 a 2018 vivimos en Leusden.
C
De 2014 a 2018 viviste en Leusden.
D
De 2014 a 2018 vivisteis en Leusden.

Slide 47 - Quiz