B7

Neem je boek voor blz. 135 + pen en laptop dicht
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Neem je boek voor blz. 135 + pen en laptop dicht

Slide 1 - Slide

Samenvattingsopdracht blz. 135
Nakijken samenvattingsopdracht 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Doodt bacterien in de mond
Doodt bacteriën direct na het doorslikken
Remt de groei van schimmels en bacterien op de huid
Vangen ziekteverwekkers op in de luchtwegen
Door een hoge temperatuur kunnen ziekteverwekkers zich niet voortplanten. 
Maagsap
Speeksel
Talg
Slijmvliezen
Koorts

Slide 4 - Drag question

Hoe heten de herkenningseiwitten op de buitenkant van ziekteverwekkers?
A
antigenen
B
antistoffen
C
allergenen
D
infectiestoffen

Slide 5 - Quiz

Wanneer spreken we van natuurlijke immuniteit?
A
als je een ziekte hebt gehad en daarna immuun bent
B
als je immuun bent door een vaccinatie
C
als je immuun bent , terwijl je de ziekte nooit hebt gehad

Slide 6 - Quiz

Na een vaccinatie is ... immuniteit opgetreden
A
actieve
B
passieve

Slide 7 - Quiz

Na een toediening van een serum is ... immuniteit opgetreden
A
actieve
B
passieve

Slide 8 - Quiz

Samenvattingsopdracht blz. 144
Nakijken samenvattingsopdracht 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Thema 13 Transport en afweer
B1 Bloed
B2 De bloedsomloop en de bloedvaten 
B3 Het hart
B4 Hart- en vaatziekten
B5 Weefselvloeistof en lymfe
B6 Afweer
B7 Transplantaties en bloedtransfusies

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
* Je kunt de problemen beschrijven die het afweersysteem veroorzaakt bij 
   transplantaties en auto-immuunziekten.

* Je kunt de rol van bloedfactoren bij bloedtransfusies en de rol van de 
    resusfactor bij zwangerschap beschrijven.

Slide 12 - Slide

Transplantatie
Een transplantatie is het vervangen van een aangetast weefsel of orgaan. 
Omdat deze organen andere eiwitten bevatten kan het zijn dat je lichaam ze ziet als lichaamsvreemde stof (antigenen)
 
Er is dan gevaar voor een afstotingsreactie: Je gaat antistoffen maken tegen de eiwitten op het nieuwe orgaan.

Slide 13 - Slide

Donor
Om de kans op een afstotingsreactie zo klein mogelijk te maken gaan ze op zoek naar een een persoon (donor) die veel overeenkomstige eiwitten heeft. 

Bij voorkeur iemand uit je familie.

Slide 14 - Slide

Auto-immuun reactie
Je lichaam kan ook antistoffen gaan maken tegen je eigen eiwitten, omdat hij ze niet meer herkent : Auto-immuunziekte 

Bij een bepaalde vorm van Reuma
herkent je lichaam de eiwitten op het 
gewrichtskapsel niet meer, en gaat
deze aanvallen.

Slide 15 - Slide

BLOEDGROEPEN
Er zijn verschillende bloedgroepen: A, B, AB en O
Welke bloedgroep je hebt is erfelijk bepaald
De bloedgroep wordt bepaald door welke bloedfactor er aanwezig is op de rode bloedcellen.

Slide 16 - Slide

BLOEDPLASMA
Bevat antistoffen tegen bloedfactoren die niet op de rode bloedcellen voorkomen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Bloedgroepen en transfusies

1
2

Slide 19 - Slide

Bloedgroep bepalen
P heeft dus bloedgroep A
Q heeft bloedgroep B
R heeft bloedgroep AB
S heeft bloedgroep 0

Slide 20 - Slide

Resusfactor
  • Los van de bloedfactoren kan er ook een resusfactor (resusantigeen) op je bloedcellen aanwezig zijn

Slide 21 - Slide

Resus-negatief
Iemand die resusnegatief is en resuspositieve bloedcellen ontvangt ontwikkelt een afweerreactie en gaat antiresus aanmaken.
Dit bloed zal ook gaan klonteren.

Bij een bloedtransfusie kun je dus geen resus-pos bloed aan een resus-neg persoon geven. Andersom kan wel.



Slide 22 - Slide

Resus-baby
Een resus negatieve moeder is zwanger van een resuspositieve baby.
Tijdens de bevalling kan er een klein beetje bloed lekken van het kind naar de moeder. 

Het lichaam van de moeder reageert hierop door Anti-resus (antistoffen) te gaan maken




!!!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide


  1. A - Met bloedfactor A
  2. B - Met bloedfactor B
  3. AB - bloedfactor A en B
  4. 0 - Geen bloedfactor

Resusfactor
> Positief: Met resusfactor
> Negatief: Zonder resusfactor

  1.  Antistof B
  2. Antistof A
  3. Geen antistof
  4. Antistoffen A en B


> x
> antiresus
Bloedgroepen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Samenvattingsopdracht blz. 154
Vul het schema in van opdr. 4 in je boek (namen en pijlen)
Over 5 minuten gaan we nakijken

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Kan iemand met bloedgroep B bloed ontvangen van bloedgroep 0?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Kan iemand met bloedgroep B bloed ontvangen van bloedgroep AB?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

Kan iemand met bloedgroep B bloed geven iemand met bloedgroep AB?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quiz

Kan iemand met bloedgroep B bloed geven iemand met bloedgroep 0?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quiz

Kan iemand met bloedgroep A+ bloed geven iemand met bloedgroep 0+?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

Kan iemand met bloedgroep A+ bloed geven iemand met bloedgroep A-?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quiz

Kan iemand met bloedgroep AB+ bloed ontvangen van bloedgroep A-?
A
ja
B
nee

Slide 35 - Quiz

Oefenen
Maak opdrachten 1 t/m 6 van 13.7
Opdracht 4 maak je in je boek 
De lesstof lees je in je boek op blz. 148 t/m 152

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau
Klaar? Start met de test jezelf van 13.7

Slide 36 - Slide