1x BME - Les 2 Grammatica zinsontleding



Welkom bij Nederlands
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Programma
- Voorlezen
- Grammatica: onderwerp
- Zinnen knippen
- Afsluiten

Slide 2 - Slide

Onderwerp


  • Iedere zin heeft een onderwerp.
  • De pv en het onderwerp horen bij elkaar.
  • Zonder de pv kun je het onderwerp niet vinden

Slide 3 - Slide

Zinsdelen - onderwerp
Het onderwerp is te vinden door de volgende vraag te stellen:
Wie (soms: Wat) + persoonsvorm?

Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.

Belangrijk om te weten bij het onderwerp: In een zin in gebiedende wijs staat geen onderwerp. 

Slide 4 - Slide

Wat is het onderwerp?

Marina legt het onderwerp uit.
A
Marina
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 5 - Quiz

Onderwerp? Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
door de zin vragend te maken?
B
Wie of wat + gezegde?’
C
Wie of wat + onderwerp + gezegde?’

Slide 6 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Caro legt het onderwerp uit.
A
Caro
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 7 - Quiz

Zoek de onderwerpen
Opdracht 11 (bladzijde 23).
Je hebt 5 minuten! 
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Zinsdeelstrepen
STAPPENPLAN
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet strepen om de persoonsvorm heen
3. Zet strepen om de andere werkwoorden
4. Probeer de zinsdelen die 'over' zijn voor de pv te zetten. 
Zinsdeelstrepen

Slide 9 - Slide

Zinsdelen
Een zin | bestaat | uit zinsdelen.

Alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan is één zinsdeel.

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Ik teken de prachtige bloemen.
Ik | teken | de prachtige bloemen.

Mijn buurjongen vindt zijn verjaardag spannend. 
Mijn buurjongen | vindt | zijn verjaardag | spannend. 
1. pv zoeken
2. alles voor de pv is één zinsdeel
3. zoek de andere werkwoorden
4. plaats zinsdelen voor de pv

Slide 11 - Slide

Knip de zin in zinsdelen
Gisteren kocht een oude man met een gedeukte hoed voor zijn kleindochter een pakje verjaardagsballonnen bij de feestwinkel.


Onthoud: alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan is één zinsdeel.

Slide 12 - Slide