HAVO - Studyflow - Werkwoordspelling - W4.2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

H2b

Goedemorgen!

Planning vandaag

   1.  Huiswerkcontrole

   2. Check kennis W4.1 Studyflow

   3. Uitleg W4.2

   4. Huiswerk & afronding

Studyflow Werkwoordspelling W4

Werkwoordspelling W4.1

Je krijgt 6 vragen. 

Hou bij hoeveel je er goed hebt.

Wat is de ik-vorm van het werkwoord?

beantwoorden

1. beantwoordt
2. beantwoor
3. beantwoord

Schrijf de ik-vorm van het werkwoord op.

verzakken

Luister naar het woord. (rijden inspreken)

Schrijf de ik-vorm van het werkwoord op.

Je ziet twee zinnen. Welke zin is goed?

1. Hij lijdt aan een zeldzame ziekte.
2. Hij lijd aan een zeldzame ziekte.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in.

Hoe (LEIDEN) jij je troepen over de Alpen, Hannibal?

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in.

Steven (BEVINDEN) zich aan de andere kant van de school.

Je hebt 6 vragen over de tegenwoordige
tijd beantwoord.
Hoeveel had jij er goed?

Verleden tijd

Net als in de tegenwoordige tijd gebruik je bij zwakke (regelmatige) werkwoorden in de verleden tijd de ik-vorm. Welke uitgangen komen erachter?

De regels

De stam van het werkwoord 

bepaalt of de verleden tijd met 

- de(n) of met - te(n) geschreven 

wordt.

De stam van het werkwoord is 

het hele werkwoord -en.

De regels

Laatste letter stam WEL in     -->

           - TE(N) 

Laatste letter stam NIET in    -->

           - DE(N)

Noteer de juiste spelling van het werkwoord in hoofdletters.

Gisteren (SCHROBBEN) de schoonmakers de trappen van het Capitool in Washington.

Voltooide tijd

De regels

Laatste letter stam WEL in     -->

           - T

Laatste letter stam NIET in    -->

           - D

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd