les 2 do 6 april

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
-Terugblik vorige les (wat weet je nog).   
-Verder met de uitleg van de leerdoelen van deze week.   
-Opdrachten maken
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Slide

Hoeveel liter bloed heeft een volwassen man ongeveer?
A
3,5 liter
B
7,5 liter
C
5,5 liter
D
9,5 liter

Slide 3 - Quiz

Bloed bestaat het grootste gedeelte uit water
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Rode bloedcellen hebben een ronde vorm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Witte bloedcellen kunnen van vorm veranderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed

Slide 7 - Quiz

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 8 - Quiz

Welke komt het meest voor in bloed??
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes

Slide 9 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
vervoeren van zuurstof
B
ziekteverwekkers doden
C
bloed laten stollen
D
het bloed rood kleuren

Slide 10 - Quiz

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun functies.
-Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun functies.


Vandaag de laatste.

Slide 11 - Slide

rood en blauw?
  • Het bloedvatenstelsel van de mens bestaat uit het hart en de bloedvaten. 
  • Door het hele lichaam lopen grote en kleine bloedvaten. 
  • Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. 
  • De weg die het bloed door het lichaam aflegt, noem je de bloedsomloop. 

Slide 12 - Slide

-Je moet drie typen bloedvaten kunnen noemen met hun  functies.  

Slide 13 - Slide

-Je moet drie typen bloedvaten kunnen noemen met hun  functies.  
Wat zijn de verschillen in:
-Dikte wand
-Stroomrichting
-Zuurstof en koolstofdioxide gehalte
-Bloeddruk

Slide 14 - Slide

drie typen bloedvaten


Er zijn drie typen bloedvaten 
• slagaders
• haarvaten
• aders

Slide 15 - Slide

Slagader 
Hart pompt bloed in slagaders. 
bloed stroomt met kracht weg van het hart, naar de organen toe. 
door kracht= bloeddruk op de wand van slagaders hoog. 
De wanden van de slagaders zijn dik, gespierd en elastisch.

Als het hart bloed in de slagaders perst, zetten de slagaders uit. Daarna veren ze weer terug. Dat kun je voelen aan je pols (de polsslag). In de polsen ligt een slagader vlak onder de huid, maar de meeste slagaders liggen dieper in het lichaam. Daar kunnen ze niet zo gauw beschadigd worden.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Haarvaten
De slagaders vertakken zich in de organen tot steeds kleinere bloedvaten. 
Dunne wanden bestaat uit maar één laag cellen.
In de haarvaten neemt de bloeddruk sterk af. 

Dunne wand= vocht (zuurstof en voedingsstoffen) kan haarvaten verlaten naar de cellen toe. 

Cellen verbruiken de zuurstof en de voedingsstoffen bij de verbranding
Door verbranding= koolstofdioxide en andere afvalstoffen vrij en kunnen in het bloed in de haarvaten worden opgenomen.

Slide 18 - Slide

Aders
Die haarvaten komen samen in aders. 
De bloeddruk in de aders is laag. De wanden van de aders zijn dunner en minder elastisch dan die van de slagaders.

In de aders is geen hartslag meer voelbaar. De aders liggen meestal minder diep in het lichaam. Je kunt ze op je handen zien als blauwige strepen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Kleppen
Het hart zuigt het bloed uit de aders terug.
 Veel aders bevatten kleppen, vooral de aders in armen en benen. Deze kleppen laten het bloed maar in één richting door. 

Zo helpen de kleppen mee om het bloed terug te voeren naar het hart. 

Ze voorkomen dat het bloed door de zwaartekracht terugstroomt naar de organen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slagaders hebben een wand van 1 cellaag dik
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 23 - Quiz

De bloeddruk in de slagaders is hoog
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 24 - Quiz

Bloed dat door de aders stroomt is bijna altijd zuurstof arm/afvalstof rijk
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 25 - Quiz

Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
'Dunne' wand, weinig gespierd
Vervoert bloed 
van hart af
Heeft kleppen

Slide 26 - Drag question

Leerdoelen:
-Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun functies.
-Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun functies.

Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B1 en B2.
-Te maken: thema 3 basisstof 1 (3.1) en 2 (3.2).
-De antwoorden van de opdrachten te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Slide 27 - Slide

Afsluiting.
Volgende les verder met thema 3. (Boek A)

Huiswerk: B1 helemaal en B2 voor de helft af maken.

Nu nog de dia met linkjes naar extra uitleg en oefenmateriaal. 



Slide 28 - Slide