Je kunt onderscheid maken tussen feiten en meningen.
Je kunt onderscheid maken tussen mening en argumenten.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H3 - opdr 4
Lesdoel:
Je kunt onderscheid maken tussen feiten en meningen.
Je kunt onderscheid maken tussen mening en argumenten.
Slide 1 - Slide
Heb jij last van een slaaptekort?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Video
Bekijk en lees tekst 4
bladzijde 96
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Voor welk publiek is deze advertentie genoemd?
A
kinderen
B
jongeren
C
volwassenen
Slide 6 - Quiz
Het antwoord op de vraag in de inleiding staat in alinea ...
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quiz
De tekst is afgedrukt op een zwarte ondergrond. Waarom heeft de maker van deze advertentie voor deze ondergrond gekozen?
A
om de gekleurde en witte teksten meer te laten opvallen
B
om het onderwerp van de tekst te benadrukken
C
omdat dat de kleur is van de gemeente Amsterdam
D
omdat die kleur past bij het publiek van die tekst
Slide 8 - Quiz
Waaruit bestaat de groot gedrukte tekst in geel en wit op het linkerdeel van de advertentie?
A
De gele tekst is een feit en de witte tekst is een argument bij dat feit
B
De gele tekst is een mening en de witte tekst is een argument bij die mening
C
De gele tekst is een uitspraak en de witte tekst is een mening over die uitspraak
Slide 9 - Quiz
In de witte tekst achter het lampje (‘Je hersenen ... lig je wakker.’) staan
A
feiten
B
meningen
Slide 10 - Quiz
Onder de woorden HOE DAN? staan
A
adviezen
B
argumenten
C
waarschuwingen
Slide 11 - Quiz
Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie?
A
bekend maken dat steeds meer mensen 's nachts online zijn
B
laten zien dat de gemeente Amsterdam goed bezig is
C
overtuigen om 's nachts je telefoon niet te gebruiken
D
uitleggen waarom telefoongebruik in de nacht gevaarlijk is
Slide 12 - Quiz
Hoe heb je opdracht 4 gemaakt?
😒🙁😐🙂😃
Slide 13 - Poll
Verder met opdracht 5
bladzijde 97
Botox op je 20ste? Lang leve de onzekerheid.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Lees tekst 5
Botox op je 20ste? Lang leve de onzekerheid.
Slide 16 - Slide
Wat is de bedoeling van de inleiding? De inleiding is bedoeld om
A
de mening van de schrijver duidelijk te maken
B
een aantal deskundigen te introduceren
C
een uitleg te geven over de opbouw van de tekst
D
het onderwerp van de tekst aan te kondigen
Slide 17 - Quiz
Wat wordt bedoeld met cosmetische chirurgie (al. 1)? Operaties die...
A
bedoeld zijn om mooier te worden
B
door bekende mensen worden uitgevoerd
C
noodzakelijk zijn voor je gezondheid
Slide 18 - Quiz
Waar lees je de mening van Robert Schoemacher?
A
Robert Schoemacher, Nederlands bekendste cosmetische arts, vindt dat je niet aan botox moet beginnen als je net volwassen bent.
B
Botox heeft helemaal geen zin als je nog geen rimpels hebt.
C
En, ten tweede, hoewel het al sinds 1989 wordt gebruikt voor cosmetische doeleinden, het blijft toch een giftige stof.
D
Ik ben daar een groot tegenstander van, want deze ontwikkeling zorgt alleen maar voor onzekerheid van jonge mensen.
Slide 19 - Quiz
Is Loek Habbema het met deze mening eens?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quiz
Loek Habbema
Robert Schoemacher
Botox maakt onzeker
Botox is niet veilig
Botox is verslavend
Botox is zinloos
Slide 21 - Drag question
Wat is volgens Nathalie Huigsloot het gevolg van de ‘mooimaakindustrie’ (al. 4)?
A
Jongeren vinden zichzelf mooier.
B
Mensen vinden uiterlijk niet het belangrijkste.
C
Tieners worden er onzeker door.
D
Vloggers gebruiken sneller botox.
Slide 22 - Quiz
......
[5] Huigsloot wil jonge meisjes en vrouwen die met hun uiterlijk worstelen geruststellen. ‘Ja, er zijn mensen voor wie mensen die er niet ‘‘perfect’’ uitzien niet meetellen. Maar uiteindelijk wordt iedereen oud – ook mét botox. Misschien helpt het jonge meiden als ze beseffen dat de meeste mensen niet zo op de millimeter naar het uiterlijk van vrouwen kijken. Uit mijn interviews met acteurs, relatietherapeuten en psychologen blijkt dat mensen veel liever vrouwen zien die zich met leuke dingen bezighouden dan vrouwen die voor elke rimpel naar de kliniek rennen.’
Slide 23 - Slide
Welk kopje past het best boven alinea 5?
A
geruststelling
B
interviews
C
perfect
D
worsteling
Slide 24 - Quiz
Wat is het belangrijkste doel van deze tekst? De schrijver wil de lezer
A
aan het denken zetten over het gebruik van botox onder jongeren
B
amuseren met leuke weetjes over botox
C
overtuigen van zijn mening over botoxgebruik onder jongeren