Idee van de Verlichting: de mens is in wezen goed en verkeerd gedrag komt voort uit gebrek aan kennis van het goede.
Maakbare samenleving
--> Groot belang: onderwijs en opvoeding
--> Gevolg: moralistische en didactische geschriften
5
Slide 15 - Slide
Literatuur
In eerste instantie ook vaak didactisch: biedt lezers nieuwe rationele ideeën en opvattingen
Nieuwe genres, bijv.:
kinderliteratuur
imaginair reisverhaal
encyclopedie
Slide 16 - Slide
Dus: de eeuw van de rede
Reactie op het dogmatische autoriteitsgeloof
Modernisering van de samenleving:
individualisering
secularisering
globalisering
mensenrechten
Andere benaming 18e eeuw->pruikentijd
Slide 17 - Slide
Invloed op het nu
--> Is groot!
Scheiding van kerk en staat / inperking van macht van de vorst d.m.v. wetten / afschaffing van slavernij en lijfstraffen, scheiding van de drie machten, Amerikaanse en Franse revolutie / etc.
6
Slide 18 - Slide
Zelfstandig:
Lees paragraaf 20 en 21 (p. 57-59)
Maak werkboek 21.2 (p. 19)
Slide 19 - Slide
De Verlichting was een cultureel-filosofische en intellectuele stroming in Europa die ruwweg samenviel met...
A
de 16e eeuw
B
de 15e eeuw
C
de 17e eeuw
D
de 18e eeuw
Slide 20 - Quiz
Waarom heet de Verlichting zo?
Slide 21 - Open question
De reformatie in de zestiende eeuw zorgde ervoor dat
A
men historische zaken minder ging waarderen
B
het individu belangrijker werd
C
meer mensen Rooms Katholiek werden
D
er meer beelden in de kerken kwamen
Slide 22 - Quiz
Welke van onderstaande termen horen alle drie bij de Verlichting?
A
theocentrisme, classicisme, modernisme
B
liberalisme, optimisme, tolerantie
C
existentialisme, empirisme, feodalisme
D
purisme, aforisme, antropocentrisme
Slide 23 - Quiz
Alle macht berust bij een vorst.
A
Absolutisme
B
Monarchie
C
Verlichting
D
Liberalisme
Slide 24 - Quiz
In deze eeuw beleefde men (in West-Europa) de grootste welvaart
A
17e
B
18e
Slide 25 - Quiz
Dit was in economisch opzicht de sterkste klasse in de 18e eeuw.
A
Adel
B
Boeren
C
Burgerij
D
Geestelijkheid
Slide 26 - Quiz
Van 1702 tot 1747 was er een 'stadhouderloos tijdperk'.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
De ... streefden naar meer democratie.
A
Patriotten
B
Prinsgezinden
Slide 28 - Quiz
Het grondgebied van de ... monarchie besloeg o.a. Hongarije, Tsjechië, Slowakije, grote delen van Italië, Roemenië en België.