Hoofdstuk 6 paragraaf 6.3 berekeningen

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je  boek + pen en rekenmachine.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je  boek + pen en rekenmachine.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Slide

Economie 
Economie 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Welkom woordje
  2. Terugblik op de vorige lessen ( paragraaf 3 ) + klassikaal nakijken
  3.  Uitleg paragraaf 3 berekeningen + maken opdrachten
  4. Afsluiting

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
  2. Ik kan de kennis van paragraaf 3 begrippen toepassen.
  3. Ik weet hoe ik kan en moet rekenen met een verhoudingstabel.
  4. Ik weet het verschil tussen inclusief en exclusief btw.
  5. Ik kan de nodige gegevens uit grafiek of tabel aflezen en gebruiken in berekeningen. 

Slide 4 - Slide

Inloggen in Lessonup
        Lesson up                                                 Google Classroom

Slide 5 - Slide

Terugblik 
Wat hebben wij de vorige les besproken?

Wat weten we van paragraaf 3.
Je weet wat belasting is en wie loonbelasting moet betalen.
Je weet wat btw is en hoe die bij de belastingdienst terechtkomt.
Je weet waarom de overheid subsidies geeft.
Je weet waarom de overheid op bepaalde producten accijns heft.
Je kunt voorbeelden noemen van niet-belastinginkomsten.


Slide 6 - Slide

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 7 - Quiz

Wie betalen er inkomstenbelasting in Nederland?
A
Iedereen met een uitkering
B
Iedereen die werkt bij een bedrijf
C
Iedereen met een eigen bedrijf
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quiz

Wat is sociale zekerheid?
A
Dat je zeker bent van sociale contacten
B
Alle wetten voor mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen
C
Dat zijn alle wetten die gaan over sociaal gedrag

Slide 9 - Quiz

Voorbeelden van niet-belastingontvangsten zijn...
A
Accijns, subsidie en boetes
B
Accijns, boetes en aardgasbaten
C
Subsidies, uitkeringen en btw
D
Boete, aardgasbaten en winst overheidsbedrijven

Slide 10 - Quiz

De overheid geeft subsidie om positief gedrag te stimuleren. Wat is géén voorbeeld van subsidie?
A
Voorlichting geven over gezond leven.
B
Isolatie van een woning.
C
Technologische innovatie voor bedrijven.
D
Omscholing naar tekortberoepen.

Slide 11 - Quiz

In een krantenartikel staat dat de accijns op tabak wordt verhoogd.
Wat is accijns?
A
een soort loonbelasting
B
Een prijsverhoging voor meer winst
C
een extra belasting op ongezonde producten
D
Dat is de korting op een pakje sigaretten

Slide 12 - Quiz

De Overheid
Wat regelt de overheid?

Hoofdstuk 6

Slide 13 - Slide

Paragraaf 3 doelen
Je weet wat belasting is en wie loonbelasting moet betalen.
Je weet wat btw is en hoe die bij de belastingdienst terechtkomt.
Je weet waarom de overheid subsidies geeft.
Je weet waarom de overheid op bepaalde producten accijns heft.
Je kunt voorbeelden noemen van niet-belastinginkomsten.
Berekeningen
Je weet wat inclusief en exclusief BTW betekent en hoe dit te berekenen.
Je weet hoe de berekeningen te maken tbv accijns.

Slide 14 - Slide

Consumentenprijs
verkoopprijs + btw = consumentenprijs

9% btw
21% btw

Slide 15 - Slide

Ezelsbruggetjes  inclusief en exclusief
Inclusief: is met btw 
(het woordje in geeft aan dat het er al in zit.)

Exclusief: is zonder btw 
(je ex hoort niet meer bij je, dus het zit er niet in). 

Slide 16 - Slide

Ezelsbruggetjes inclusief en exclusief (2)
Prijs exclusief btw + btw = prijs inclusief btw
100%          +         21%        =      121%    
of
100%          +          9%       =     109%         

Slide 17 - Slide

Ezelsbruggetjes inclusief en exclusief (3)
21% 
van exclusief naar inclusief btw:          Prijs exclusief : 100 x 121
Van inclusief naar exclusief btw:          Prijs inclusief : 121 x 100
9%
van exclusief naar inclusief btw:          Prijs exclusief : 100 x 109
Van inclusief naar exclusief btw:          Prijs inclusief : 109 x 100

Slide 18 - Slide

Inclusief BTW
Exclusief BTW

Slide 19 - Slide

Het bedrag zonder btw is € 25,00.
De btw is 21%. Hoeveel is het bedrag inclusief btw?

Slide 20 - Open question

Bereken de prijs exclusief btw.
prijs inclusief btw € 1,37 (btw 9%)
prijs exclusief btw € ...

Slide 21 - Open question

Maakwerk
timer
25:00
Wat ga je doen
aan de slag met pargraaf 6.3
opdracht 38 & 39 + 47 tm 49
Bladzijde 65 en 69
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 22 - Slide

Maakwerk
timer
25:00
Wat ga je doen
aan de slag met paragraaf 6.3
opdracht 38 + 39 en 47 t/m 49
Bladzijde 167 tm 169 (gt)
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 23 - Slide

Maakwerk
timer
15:00
Wat ga je doen
Afmaken en nakijekn van maakwerk. 
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 24 - Slide

Afsluiting

Slide 25 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
  2. Ik kan de kennis van paragraaf 3 begrippen toepassen.
  3. Ik weet hoe ik kan en moet rekenen met een verhoudingstabel.
  4. Ik weet het verschil tussen inclusief en exclusief btw.
  5. Ik kan de nodige gegevens uit grafiek of tabel aflezen en gebruiken in berekeningen. 

Slide 26 - Slide

Hoe goed ging het maken van de opdrachten
A
goed
B
voldoende
C
matig
D
slecht

Slide 27 - Quiz

Wat moet je voor volgende les meenemen en maken?

Slide 28 - Open question

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll