H3 Spelling - Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom

Ga zitten en pak op tafel:

•  Leesboek
  
• Laptop
• Boek Nieuw Nederlands op blz.  114
  

Planning van de les

• Lezen in je leesboek
• Leerdoel van de les
  
• Herhaling. Wat weet je nog?
• Uitleg: H3 Spelling: werkwoordspelling
• Zelfstandig werken
  
• Huiswerk
• Controleren of het leerdoel van de les is behaald

Leerdoel van de les

Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je het schema werkwoordspelling gebruikt om werkwoorden foutloos te schrijven.

Hoe kun je zien of een werkwoord de persoonsvorm is?

Waarom is het voor de spelling van een werkwoord belangrijk om te weten of het een persoonsvorm is?

Als een werkwoord geen persoonsvorm is, hoe kom je er dan achter of het op een -d of -t eindigt?

Uitleg

Reddingswerkers hebben  zes babyolifanten uit een modderpoel (redden).

Reddingswerkers maakten een pad vrij. Daarna (kruipen) de olifanten zelf uit de modder.

Alle olifantjes zijn (bevrijden).

Zelfstandig werken

Wat:  Lees: de theorie (blz. 114 en 115)

Maak: opdr. 6 (blz. 115)

Daarna maak je op Nieuw Nederlands Online: Spelling – Test, Spelling – Dictee en Spelling – werkwoorden.

Hoe:   Zelfstandig en in stilte

Klaar:  Maak taken op Nieuw Nederlands Online

Resultaat: Opdracht 6 heb je zo af en kijken we klassikaal na

De online taken zijn huiswerk

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Met plakband heeft Josefien de envelop extra (verstevigen).

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Gisteren heb ik een half uur met tegenwind (fietsen).

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Dat je dat verhaal van hem zomaar hebt (geloven).

Huiswerk 

Maandag 1 april: 

Maak de taken op Nieuw Nederlands Online: Spelling – Test, Spelling – Dictee en Spelling – werkwoorden.

Woensdag 3 april: 

Toets H3 Spelling en grammatica.

Leerdoel van de les

Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je het schema werkwoordspelling gebruikt om werkwoorden foutloos te schrijven. 

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

(Branden) je broer ook altijd
zijn vingers bij het barbecueën?

(Branden) je broer ook altijd

zijn vingers bij het barbecueën?