Les 6: pv tt en pv vt

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt:
  • Je laptop (dicht)
  • Je poster

Log alvast in bij LessonUp.




1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt:
  • Je laptop (dicht)
  • Je poster

Log alvast in bij LessonUp.




Slide 1 - Slide







Voor alle leerlingen:


Voor sommige leerlingen:
















Na deze lessen...


  • kun je persoonsvormen in de tegenwoordige tijd foutloos spellen.

  • kun je zwakke en sterke werkwoorden in de verleden tijd foutloos spellen.

Doel

Slide 2 - Slide

Poster veranderd en geprint? 

Slide 3 - Slide

Regel 1: ik-vorm
  • Ik
  • Als jij/je achter de pv staat

Regel 2: ik-vorm + t
  • Jij / hij / zij / het

Regel 3: hele werkwoord
  • Meervoud
Drie regels werkwoordspelling tt

Slide 4 - Slide

De ik-vorm en de stam zijn niet altijd hetzelfde.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Als ik een werkwoord in de tegenwoordige tijd schrijf, gebruik ik de stam.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

De ober _______ zijn vingers aan de hete tosti (branden).

Slide 7 - Open question

Dit boek _______ mij helemaal niet (boeien).

Slide 8 - Open question

Ik _______ het leuk als jullie op mijn verjaardag komen.

Slide 9 - Open question

Wij _______ elke avond uren op TikTok (zitten).

Slide 10 - Open question

Je kunt persoonsvormen in de tegenwoordige tijd goed spellen. 


Voor sommige leerlingen:
Je kunt de verleden tijd van sterke werkwoorden foutloos spellen.
Je kunt de verleden tijd van zwakke werkwoorden foutloos spellen.







Doel

Slide 11 - Slide




Wat? Online opdrachten maken:
  • H3, taalverzorging, persoonsvorm tegenwoordige tijd

Hoe? 
  • Muziek luisteren mag


Klaar? 
  • H3, extra opdrachten, taalverzorging spelling, 8B






Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Begin even ergens anders.
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Je kunt persoonsvormen in de tegenwoordige tijd goed spellen.





Voor sommige leerlingen:
Je kunt de verleden tijd van sterke werkwoorden foutloos spellen.
Je kunt de verleden tijd van zwakke werkwoorden foutloos spellen.







Doel

Slide 13 - Slide




Ik...

  • kan zwakke en sterke werkwoorden in de tegenwoordige tijd foutloos spellen.


Voor sommige leerlingen:
  • kan zwakke en sterke werkwoorden in de verleden tijd foutloos spellen.
Doel

Slide 14 - Slide




Bij Nederlands: 
Toets over werkwoordspelling in tt
of
Toets over werkwoordspelling in tt en vt

Leer de theorie. 
Bekijk alle gemaakte opdrachten. 
Oefen extra in het online boek. 

Neem je poster mee naar de toets!



Bij M&M:
Verslag dagboek van een slaaf. 

Heb je alle persoonsvormen goed gespeld? Dan krijg je een halve punt extra bij de toets werkwoordspelling bij Nederlands. 

Stuur je verslag op naar rsk@dr.nassaucollege.nl
Toets

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Tegenwoordige tijd:
  • H3, taalverzorging, persoonsvorm tegenwoordige tijd (alles)

Tegenwoordige tijd en verleden tijd:
  • H3, taalverzorging: persoonsvorm tegenwoordige tijd: opdr. 1, 2 en 3
  • H5, taalverzorging: de verleden tijd van zwakke werkwoorden: opdr. 1, 2, 3 en 4
  • H6, taalverzorging: de verleden tijd van sterke werkwoorden: opdr. 1 t/m 4

Slide 16 - Slide



Cijfer 1: Hoeveel werkwoorden staan er in deze zin? 
Ik heb een mooie poster over werkwoordspelling gemaakt. 


Cijfer 2: Wat is de ik-vorm van proeven?
  • proef (5)
  • proev (8)




Cijfer 3: Wat is de persoonsvorm? 

Ik (1) heb (2) een (3) mooie (4) poster (5) over (6) werkwoordspelling (7) gemaakt (8). 


Cijfer 4: Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? Jij ...

  • ik-vorm + t (3)
  • stam + t (9)
  • ik-vorm (2)
Kraak de code

Slide 17 - Slide