verbanden signaalwoorden 3basis H4 2e les

hoofdstuk 3
nieuw: hoofdstuk 4
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

hoofdstuk 3
nieuw: hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 2 - Slide

herhaling lezen H3

Slide 3 - Slide

Een hobby moet aan twee eisen voldoen. Ten eerste voer je een hobby uit in je vrije tijd. Ten tweede moet je er plezier aan beleven. Er zijn allerlei soorten hobby’s, zoals: zwemmen, breien, vioolspelen, wieldoppen verzamelen en fierljeppen.

Welk tekstverband zie je hier?
A
tegenstelling
B
opsomming

Slide 4 - Quiz

Een hobby kan veel plezier brengen, maar een hobby kan ook nadelen hebben. Sommige mensen besteden veel geld aan hun hobby. Ze kunnen hierin echter ook doorslaan. Aan de ene kant kan een hobby dus leuk zijn, aan de andere kant ook een risico voor je portemonnee.

Welk tekstverband zie je hier?
A
tegenstelling
B
opsomming

Slide 5 - Quiz

Tegenstelling:
De lessen zijn vooral interessant voor jongens, hoewel er ook meisjes waren.


signaalwoorden tegenstelling:
tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant.

Opsomming:
 Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.



signaalwoorden opsomming:
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en

Slide 6 - Slide

signaalwoorden tegenstelling

Slide 7 - Mind map

signaalwoorden opsomming

Slide 8 - Mind map

Lezen H4

Slide 9 - Slide

tekstverband: voorbeeld 
Er zijn mensen die erg van zonvakanties houden. Zo boeken ze vluchten naar Turkije, Spanje en de Canarische Eilanden.

Slide 10 - Slide

tekstverband: oorzaak-gevolg
Zij had gisteren een bruiloft, waardoor zij gisteren niet heeft kunnen leren voor de toets.

Slide 11 - Slide

Welk tekstverband zie je hier:



Hij houdt erg van teamsporten. Denk aan basketbal, voetbal en volleybal.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
voorbeeld

Slide 12 - Quiz

Doordat het buiten heel hard regende, kwam hij doorweekt de klas in.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
voorbeeld

Slide 13 - Quiz

Nederlands vind ik een leuk vak, maar het spellen van werkvoorden vind ik super lastig.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
voorbeeld

Slide 14 - Quiz

Hij heeft Maartje, Marieke, Tessa, Joep en Tom uitgenodigd voor zijn verjaardag.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
voorbeeld

Slide 15 - Quiz

Zij heeft gisteren nieuwe medicijnen gekregen tegen haar hoofdpijn, daardoor kan ze zich nu beter concentreren.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
voorbeeld

Slide 16 - Quiz

Ik houd van Italiaans eten. Neem nou pizza en spaghetti.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
voorbeeld

Slide 17 - Quiz