Herhaling lezen

Herhaling leesvaardigheid
Tekstdoelen en tekstverbanden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling leesvaardigheid
Tekstdoelen en tekstverbanden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les kun je tekstverbanden herkennen
  • Aan het einde van de les kun je signaalwoorden noemen bij tekstverbanden
  •  Aan het einde van de les weet je wat een leenwoord is

Slide 2 - Slide

Wat weten we nog van vorige week?

Slide 3 - Slide

Tekstdoelen
  • Mening geven 
  • Overtuigen 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welke tekstverbanden? 
  • Opsomming
  • Tegenstelling
  • Reden
  • Voorbeeld 

Slide 6 - Slide

Signaalwoorden

Slide 7 - Slide

Opsomming:
  • Ten eerste, ten tweede
  •  Vervolgens, ook, bovendien, ten slotte, tot slot
  1. Ik vond het niet leuk dat je zo tegen mij deed, en ... lachte je mij ook nog uit.
  2. De acrobaat deed eerst een salto, toen een backflip en .... nog een flikflak om het af te maken

Slide 8 - Slide

Tegenstelling:
  • Maar, echter, daar staat tegenover, aan de ene kant/aan de andere kant, toch..
  1. Het meisje is erg knap, ... ze heeft geen leuke persoonlijkheid.
  2. .... vind ik het erg leuk om te voetballen, maar .... hou ik niet van trainen. 

Slide 9 - Slide

Reden:
  • Omdat, want, daarom, immers 
  1. Veel scholieren slaan het ontbijt over, ... het teveel tijd kost
  2. Ik heb geen zin om te tennissen vandaag, ... het regelt veel te hard

Slide 10 - Slide

Voorbeeld:
  • Bijvoorbeeld, als, zo, voorbeeld
  1. In de kantine kun je heel veel lekkere broodjes kopen, ... een broodje gezond

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
  • Wat? Werkblad
  • Hoe? Zelfstandig
  • Hulp? Meneer Koster en je boek
  • Tijd? 15 minuten
  • Uitkomst? Werkblad klaar
  • Klaar? opdracht 6 in je boek, p. 165 

Slide 12 - Slide

Leenwoorden
Wat zijn dat ook alweer? 

Slide 13 - Slide

Als een schrijver je wil overtuigen staan er in de tekst: ...
A
Alleen meningen
B
Zoveel mogelijk argumenten

Slide 14 - Quiz

Geef een voorbeeld van een signaalwoord van tegenstelling

Slide 15 - Open question

Welke van deze vier is een signaalwoord voor opsomming?
A
Omdat
B
Als
C
Maar
D
Ook

Slide 16 - Quiz

Schrijf hier zelf een leenwoord op

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide