Formatieve toets T.2.

Formatieve toets: voeding en vertering
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Formatieve toets: voeding en vertering

Slide 1 - Slide

Paragraaf 2.1:
Voedingsmiddelen

Slide 2 - Slide

Voedingsmiddelen zijn...
A
Eten
B
Drinken
C
Het dagelijkse patroon van eten en drinken
D
Alles wat je eet en drinkt

Slide 3 - Quiz

Voedingsstoffen zijn ..
A
Water, vitaminen en mineralen
B
Eiwitten, vetten en koolhydraten
C
Belangrijke stoffen uit voedingsmiddelen die je lichaam nodig heeft
D
Eten en drinken

Slide 4 - Quiz

Ons voedsel bestaat uit vele soorten voedingsmiddelen. Sla en fruit zijn...
A
plantaardig
B
dierlijk
C
planterig
D
dieraardig

Slide 5 - Quiz

Een biefstuk is een plantaardig voedingsmiddel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Is kaas een dierlijk of plantaardig voedingsmiddel?
A
Plantaardig
B
Dierlijk

Slide 7 - Quiz

Voedingsstoffen
Paragraaf 2.2 en 2.3
Voedingsstoffen

Slide 8 - Slide

Tot welk vak behoort bloemkool?
A
Groen
B
Geel
C
Roze
D
Oranje

Slide 9 - Quiz

Tot welk vak behoort een aardappel?
A
Vak van de groente
B
Vak van brood en zetmeel producten
C
Vak van het vocht
D
Vak van vlees en eiwit

Slide 10 - Quiz

Voedingsstoffen
A
Eiwitten, zetmeel, koolhydraten, suikers en vitamines
B
Eiwitten, koolhydraten, vezels, mineralen en vitamines
C
Eiwitten, zetmeel, vezels, vetten, vitamines en mineralen
D
Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, vitamines en mineralen

Slide 11 - Quiz

Koolhydraten zijn:
A
Brandstoffen
B
Beschermende stoffen

Slide 12 - Quiz

Wat is een reservestof?
A
Water
B
Eiwitten
C
Vitamines
D
Vetten

Slide 13 - Quiz

Een indicator voor zetmeel is:
A
Joodoplossing
B
Helder kalkwater

Slide 14 - Quiz

Wat doet een bouwstof?
A
Energie leveren
B
Worden opgeslagen in lichaam omdat je ze niet direct nodig hebt
C
Nodig voor nieuwe cellen, voor groei, herstel en ontwikkeling
D
Zorgen dat je gezond blijft

Slide 15 - Quiz

Brandstof
Bouwstof
Beschermende stof
Vetten
Water
Vitamines
Mineralen
Eiwitten
Mineralen
Vetten
Koolhydraten

Slide 16 - Drag question

Paragraaf 2.3 en 2.4: Gezonde voeding

Slide 17 - Slide

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 18 - Quiz

Wat is geen advies van het Voedingscentrum voor gezonde voeding?
A
Eet gevarieerd
B
Eet niet teveel en beweeg voldoende
C
Eet veel groenten, fruit en volkoren brood
D
Eet zo weinig mogelijk onverzadigd vet

Slide 19 - Quiz


Overgewicht komt in Nederland veel voor.
Van welke voedingsstof wordt door mensen met overgewicht vooral te veel in het lichaam opgeslagen? 

A
Eiwitten
B
Mineralen
C
Vetten
D
Vitamines

Slide 20 - Quiz

Vetten
Water
Koolhydraten
Eiwitten
Vitamines mineralen

Slide 21 - Drag question


Wat is een voedselvergiftiging?
A
Een eetstoornis
B
Ziek worden van bedorven eten
C
Een hartziekte

Slide 22 - Quiz

Een eiwit is een...
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel

Slide 23 - Quiz

Paragraaf 2.5 en 2.7: Verterinsstelsel

Slide 24 - Slide

Wat is het doel van spijsvertering?
A
Voedingsstoffen verteren ( kleiner maken) om eventueel opgenomen te worden
B
Voedingstoffen eten
C
Voedingstoffen uitpoepen zodat je schoner bent
D
Om je eten zo goed mogelijk eetbaar te maken zodat je meer energie krijgt.

Slide 25 - Quiz

Geef de naam van onderdeel C
A
De lever
B
De dunne darm
C
De alvleesklier
D
De maag

Slide 26 - Quiz

Wat is de functie van je galblaas
A
Maakt gal
B
Slaat gal op
C
Maakt gal en slaat gal op

Slide 27 - Quiz

Welk nummer is de blinde darm?
A
4
B
5
C
13
D
14

Slide 28 - Quiz

Welk nummer is de dunne darm?
A
3
B
13
C
14
D
16

Slide 29 - Quiz

Het gebit

Slide 30 - Slide

Hiernaast zie je een Kleurtjes keten. Dat is een voedingsstof. Je ziet ook een schaar die de keten opknipt. De schaar heeft de rol van:
A
Een energie
B
Enzymen
C
Eiwit
D
Koolhydraat

Slide 31 - Quiz

Kroon
Wortel
Glazuur
tandbeen
tandvlees
bloedvaten en zenuwen
kaak

Slide 32 - Drag question

Het glazuur beschermt je gebit?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Wat is de functie van kiezen?
A
Stukken voedsel afbijten
B
Voedsel fijnmalen
C
Voedsel vermengen met speeksel
D
Voedsel inslikken

Slide 34 - Quiz