les 5

1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les Doelen voor vandaag:
De studenten kunnen uitleggen hoe verpleegkundigen zorg en comfort kunnen bieden aan patiënten tijdens de stervensfase.
De studenten kunnen de tekenen van de naderende dood herkennen.
De studenten kunnen methoden toepassen om emotionele steun te bieden aan patiënten en hun families tijdens de stervensfase en de nazorg.
De studenten kunnen aspecten van nazorg opnoemen.
De studenten hebben kennis van de wetten en regels voor zorg na het overlijden.





Slide 2 - Slide

Stervensfase les 5
begrip en bewustwording van de stervensfase, empathie en compassie voor terminaal zieke patiënten
kenmerken stervensfase
pauze
nazorg


Slide 3 - Slide

Anorexie-cachexie syndroom
patiënten overlijden niet omdat ze niet meer eten, ze eten niet meer omdat ze overlijden

Slide 4 - Slide

Markeren van de stervensfase
Belang van tijdige markering voor patiënten

  • Van symptoomcontrole naar optimaal comfort.
  • Voorbereiden op naderende dood – afscheid kunnen nemen
  • Terugtrekken uit het leven vraagt om ‘met rust gelaten te worden’

Slide 5 - Slide

 Het stervensproces
Sterven is een proces - maar ook:
  • Terminale onrust - opeens onrustig worden (soms door morfine)
  • gevoelens van angst 


Slide 6 - Slide

             Abstineren
staken of afzien van levensverlengend handelen

Slide 7 - Slide

 Het stervensproces
Sterven is een proces - lichaamsfuncties gaan steeds verder achteruit 
  • zintuigen - gevoel / gezichtsvermogen
  • eten en drinken - minder behoefte aan eten en drinken
  • ademhaling - slechter slikken > ophoping van slijm in keel (rochelen)
  • temperatuur - kan lager worden of terminale koorts (40gr) 
  • incontinentie 
  • cyanose (blauw worden) - bloedsomloop verslechtert/ bloeddruk wordt lager > doodsmasker 

Slide 8 - Slide

Zorg tijdens de terminale fase
Kwaliteit van sterven staat centraal. 

  • Alle zorg is gericht op het bieden van comfort. 
  • Voorlichting geven aan de naasten. 
  • Goede mondzorg
  • Verschonen van incontinentiemateriaal
  • Wassen van het gezicht, de handen en de genitaliën. 
  • Pijnmedicatie: insuflon. 

  • Besteed aandacht aan naasten en mantelzorgers.   begeleiding 
  • het niet willen loslaten.

eerlijk en oprecht

Slide 9 - Slide

Zorg tijdens de terminale fase
Kwaliteit van sterven staat centraal. 
  • Alle zorg is gericht op het bieden van comfort. 
  • Voorlichting geven aan de naasten. 
  • Goede mondzorg
  • Verschonen van incontinentiemateriaal
  • Wassen van het gezicht, de handen en de genitaliën. 
  • Pijnmedicatie: insuflon. 
Besteed aandacht aan naasten en mantelzorgers.   begeleiding 
het niet willen loslaten.

eerlijk en oprecht

Slide 10 - Slide

Waar kan een
terminale zorgvrager
bang voor zijn?

Slide 11 - Mind map

Bang voor: 
  • pijn 
  • stikken 
  • controleverlies
  • afscheid nemen van naasten 
  • sterven 
  • de dood 

Slide 12 - Slide

Ruimte voor spiritualiteit? 

Slide 13 - Slide

                                                       Elk geloof heeft eigen 
                                                        visie op leven en dood 

Slide 14 - Slide

3 soorten dood:
  • Klinische dood: je kan nog reanimeren: doe je dit niet gaat het na 5 min over naar biologisch dood.
  • Biologisch dood: toestand waarbij ademhaling, bewustzijn en circulatie afwezig zijn en ook niet meer op gang kunnen worden gebracht. hartdood

  • Hersendood: Iemand is hersendood als de hersenen stoppen met werken en nooit meer kunnen werken. Iemand die hersendood is, is niet meer in staat om via de hersenen signalen naar het lichaam te versturen. Hierdoor is zelfstandig denken, horen of voelen niet meer mogelijk.  ook niet zelfstandig ademen 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Pauze
korte pauze!


timer
0:15

Slide 17 - Slide



Na het overlijden 

Slide 18 - Slide

Het overlijden 
Iemand is overleden als er geen hartslag en geen ademhaling meer is 

Slide 19 - Slide

Wat is het eerste wat je doet als een cliënt is overleden?
A
De uitvaartonderneming (laten) bellen
B
De gemeente vragen om toestemming voor crematie
C
De familie bellen om te zeggen dat hun familielid is overleden
D
Een arts raadplegen om de dood te laten vaststellen

Slide 20 - Quiz

Na het overlijden
Wanneer de dood is vastgesteld, moet een arts de lijkschouwing doen. 
Het doel hiervan is een niet-natuurlijke dood uit te sluiten. 
De overledene moet binnen drie uur geschouwd worden.

 Er moet wel direct geschouwd worden als de familie daarom vraagt of als er een vermoeden van een onnatuurlijke dood is.
 of bij lichaam aan de wetenschap stellen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wat is er aan de hand als er, na het overlijden, een gemeentelijke lijkschouwer komt?

Slide 23 - Open question

Niet natuurlijke dood
  • de dood als gevolg van ongeval, geweld, misdrijf, zelfmoord
  • de dood als gevolg van euthanasie 
  • bij fouten in zorgverlening (vb medicatiefout met dood als gevolg)
  • bij dood door een val 
  • bij overlijden na een week/ weken aan de gevolgen van incident 
  • bij minderjarige

Slide 24 - Slide



Zorg na het overlijden 

Slide 25 - Slide

Welke handelingen verricht je direct na het overlijden van de cliënt?

Slide 26 - Open question

Verzorging van het lichaam 
  • Leg cliënt op rug - hoofd op kussen - handen op de borst 
  • Vraag nabestaanden of het kunstgebit in moet, voordat mond wordt gesloten /  vraag arts om toestemming (- bij niet natuurlijke dood mag er niets veranderd worden)
  •  zet raam open of airco aan
  • iedereen mag het lichaam afleggen - overleg met nabestaanden
  • handdoek onder de kin.
  • welke houding in bed.
  • kath. en infuus etc uit.
  • Haren ? 
  • gezicht wassen?
  • inco aan?

Slide 27 - Slide

Clientdossier ?
Beroepsgeheim blijft altijd aan de orde - ook als cliënt is overleden
Privacy in acht nemen - nabestaanden hebben geen recht in inzage van dossier, tenzij: 
  • cliënt heeft voor overlijden toestemming gegeven
  • naasten hadden voor overlijden al toestemming
  • zwaarwegend belang (vb info bij erfelijke aandoening)

Slide 28 - Slide

bijzonderheden na overlijden:
obsuctie: precieze doodsoorzaak, erfelijke informatie, verbeteren van behandelingen (voor artsen)
sectie: onderzoek van het lichaam op verzoek van justitie
lichaam voor de wetenschap:  geen lichaam om afscheid van te nemen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Verzorgen ?

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Energizer

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Pacemaker en ICD

Slide 35 - Slide

Pacemaker en icd?
Iemand met een pacemaker kan net zo goed als ieder ander dood gaan. 
Bij ernstig zieke patiënten is de elektrolytenhuishouding vaak ernstig in de war en is hierdoor het hart niet meer prikkelbaar, dus ook niet door een pacemaker.
 
een ICD
 Een ICD maakt door middel van een schok van zo'n 35-40 Joule een einde aan een veel de snel hartritme (Ventrikel tachycardie of Ventrikel fibrilleren), dat niet met leven verenigbaar is.

 Als een hart zo ziek is, zal er vrij snel weer zo'n gevaarlijk snel ritme optreden, wat de ICD uiteindelijk geen halt meer kan toeroepen.


 Wil je dat er op het laatste moment, als het overlijden nabij is, nog dat de drager zulke shocks krijgt? 

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Quiz time!!

Slide 38 - Slide

einde. 

Slide 39 - Slide