Grammatica hoofdstuk 6 Ambiguiteit

Ambiguïteit
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Ambiguïteit

Slide 1 - Slide

Doelen van de les
  1. Je weet wat ambiguïteit is.
  2. Je weet op welke vier manieren ambiguïteit kan ontstaan.
  3. Je kunt ambiguïteit herkennen.
  4. Je kunt ambigue zinnen verbeteren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is AMBIGUÏTEIT?
1. woord met meerdere betekenissen (homoniem)
2. woordgroep met meerdere betekenissen
3. op twee manieren ontleden
4. onduidelijke  verwijzing

Slide 5 - Slide

BETEKENIS
Komt van het oude werkwoord AMBIGEREN.
Dat betekent: twijfelen.
nu: DUBBELZINNIGHEID

Wordt gebruikt door dichters, cabaretiers en reclamemakers.

Waarom?

Slide 6 - Slide

Vier oorzaken
1. woord met meerdere betekenissen (homoniem)
2. woordgroep met meerdere betekenissen
3. op twee manieren ontleden
4. onduidelijke verwijzing

Slide 7 - Slide

1. woord met meer betekenissen
Ik loop naar de bank.



Slide 8 - Slide

2. woordengroepen met meerdere betekenissen

Het schilderij van oom Karel is gestolen.
  • Oom Karel is de eigenaar.
  • Oom Karel is op het schilderij afgebeeld.
  • Oom Karel heeft het geschilderd.

Slide 9 - Slide

3. op twee manieren ontleden

De man sloeg de hond met de stok.


Slide 10 - Slide

4. onduidelijke verwijzing
Koen heeft Peter niet gevraagd, omdat hij ziek was.
Welke twee betekenissen heeft deze zin?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

OPDRACHTEN
- NN doornemen theorie hoofdstuk 6 AMBIGUÏTEIT,  blz. 194
- Maken opdrachten 1 t/m 4, blz. 195




Slide 14 - Slide