quiz

1 / 10
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is het werkwoord in de zin:
Piet loopt naar school
A
piet
B
school
C
loopt
D
naar

Slide 2 - Quiz

wat is het zelfstandignaamwoord in de zin:
De hond loopt op straat
A
hond
B
straat
C
loopt
D
hond en straat

Slide 3 - Quiz

Wat is het werkwoord in de zin:
Sinterklaas rijdt over de daken.
A
Sinterklaas
B
over
C
rijdt
D
daken

Slide 4 - Quiz

Wat is GEEN zelfstandignaamwoord?
A
lopen
B
schoen
C
hond
D
voet

Slide 5 - Quiz

Wat is GEEN specerij?
A
Kaneel
B
Kerrie
C
Nootmuskaat
D
Deeg

Slide 6 - Quiz

Een tekst waarop de ingrediënten en de bereidingswijze staan?
A
het recept
B
de bereidingswijze

Slide 7 - Quiz

Rijzen is:
A
op vakantie gaan
B
omhoog komen van deeg
C
met de trein gaan

Slide 8 - Quiz

welk bijvoeglijknaamwoord staat goed
A
De auto mooie
B
de mooie auto
C
Mooie de auto

Slide 9 - Quiz

En de winnaar is..........

Slide 10 - Slide