LJ1 6.1 Bloemen - LJ2 6.1 Organismen en hun omgeving

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Lesopening
LJ 1: Pak je boek van biologie en open deze op blz 146

LJ 2: Pak je boek en open deze op blz 182.

Huiswerk controle


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je de delen van een bloem benoemen
- kun je de kenmerken en functies benoemen van de delen van een bloem

Leergebiedoverstijgende doelen:
Zelfstandig leren
- Je laat doorzettingsvermogen zien bij werk dat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of wanneer je afgeleid bent/raakt.
- Je kijkt je gemaakte werk na, verbetert waar nodig en je benoemt welke onderdelen je nog moeilijk vindt. 
Reflecteren
- Je kan vertelleen wat er nodig is om een leerdoel te beheersen (bv. extra uitleg, meer oefentijd, leren, herhalen van leerstof)
- Je kan benoemen welk leerdoel je al beheerst. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3. Mini-check + arrangementen
Verdiept arrangement --> 8 of hoger:


De rest doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom hebben planten bloemetjes?
A
Om zuurstof te maken
B
Om lekkere geur af te geven
C
Om zich voort te planten
D
Om mooi in de kamer te staan

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de meeldraad?

A
Het mannelijke geslachtsorgaan (helmdraad+helmknop)
B
Bestaat uit de stempel en de stijl
C
Het vrouwelijke geslachtsorgaan
D
Bestaat uit de helmdraad en de stamper

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is waar?
A
Kelkbladeren zijn vaak groter dan kroonbladeren
B
De kroonbladeren beschermen tegen kou, uitdroging en beschadiging
C
De kelkbladeren trekken insecten aan
D
De kroonbladeren zijn vaak fel gekleurd

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De helmknop:
wat is waar?
A
Het is het mannelijke geslachtsorgaan
B
De helmknop bestaat uit 2 helmdraden
C
In de helmknop zitten helmhokjes met stuifmeel
D
De helmknopjes zitten in de helmhok

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz 149 t/m 151.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Sleep de kaartjes 
naar de goede plek
Wortel
Bloem
Blad
Stengel

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Slide 11 - Video

Kijk deze video van 0:20-3:05
Kroonbladeren
(Bloemkroon)
Fel gekleurd; om insecten te lokken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kelkbladeren
(Bloemkelk)
Bescherming van de knop

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Meeldraden
Het mannelijke voortplantingsorgaan.

Hier zit stuifmeel in.


Helmdraad -->
Helmknop -->

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stamper
Het vrouwelijke voortplantingsorgaan.


Vruchtbeginsels -->
Stempel -->
Stijl -->

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De stamper

Slide 16 - Slide

De stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan van een plant. Een stamper bestaat uit een stempel, een stijl en een vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel zitten een of meer zaadbeginsels.

In elk zaadbeginsel zit één eicel. Een eicel is een vrouwelijke geslachtscel. In elke eicel zit een celkern

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

5. Begeleid inoefenen
Had je alle vragen van de mini-check fout dan maken we samen opdracht 1 en 2. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 149 t/m 151.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 151/152.
timer
1:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- Kun je biotische en abiotische factoren onderscheiden
- kun je de niveaus van de ecologie beschrijven

Leergebied overstijgende doelen:
Zelfstandig leren
- Je laat doorzettingsvermogen zien bij werk dat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of wanneer je afgeleid bent/raakt.
- Je kijkt je gemaakte werk na, verbetert waar nodig en je benoemt welke onderdelen je nog moeilijk vindt. 
Reflecteren
- Je ka   n vertelleen wat er nodig is om een leerdoel te beheersen (bv. extra uitleg, meer oefentijd, leren, herhalen van leerstof)
- Je kan benoemen welk leerdoel je al beheerst.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

3. Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger): 
Sven en Luca
Je maakt opdracht 1 t/m 4 blz 184/185.

De rest doet mee met de mini-check!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat is een biotische factor?
A
Alle levenloze natuur (de zon, water, etc.)
B
Alle levende natuur (de zon, water, etc.)
C
Alle levenloze natuur (voedsel, soortgenoten)
D
Alle levende natuur (voedsel, soortgenoten)

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen biotische factor?
A
insecten
B
boom
C
ziekteverwerker
D
water

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is niet 1 van de ecologie niveaus?
A
Ecosysteem
B
Populatie
C
Individu
D
Levensgroep

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Zet de niveaus van de ecologie in de juiste volgorde van klein naar groot.
Ecosysteem
Individu
Levensgemeenschap
Populatie

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Wie maakt wat
Had je alle vragen van de mini-check goed, dan maak je de opdrachten zelfstandig.
Opdracht 1 t/m 4 blz 184/185

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Elk organisme is afhankelijk van zijn omgeving. Die omgeving bestaat uit andere organismen, maar ook uit levenloze factoren, zoals licht, lucht en water. Veel organismen leven samen in groepen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Milieu
Ecologie = het zoeken van relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving).
Het milieu heef invloed op organismen en andersom ook

Invloeden van het milieu kun je onder andere indelen in:
  • Biotische factoren (levend)
  • Abiotisch factoren (levenloos)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

biotische en abiotische factoren

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

4 niveaus van de ecologie
1 organisme heet een individu (Als er onderzoek gedaan wordt naar 1 dier is het onderzoek op niveau individu)
Meerdere individuen van dezelfde soort samen = populatie 
Populaties van andere soorten samen = levensgemeenschap
Levensgemeenschap + abiotische factoren = ecosysteem

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Niveaus in de ecologie

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Ecosysteem
  • biotische en abiotische factoren die samen een geheel vormen.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

5. Begeleid inoefenen
Had je alle vragen van de mini-check fout?

Dan maak je samen met de leerkracht opdracht 1 en 2!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

6. Instructie
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 blz 184/185



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 185/186
timer
1:00

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je de delen van een bloem benoemen?
- kun je de kenmerken en functies benoemen van de delen van een bloem?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- Kun je biotische en abiotische factoren onderscheiden?
- kun je de niveaus van de ecologie beschrijven?





Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
LJ1:                                                         LJ2
Woensdag 9 maart                         Woensdag 9 maart
6.1 opdracht 1 t/m 4                       6.1 opdracht 1 t/m 4




Slide 39 - Slide

This item has no instructions