What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5 GZ ZV met huidaandoeningen
5 GZ ZV met huidaandoeningen
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
5 GZ ZV met huidaandoeningen
Slide 1 - Slide
De huid is een ...
A
weefsel
B
orgaan
C
stelsel
Slide 2 - Quiz
Hoeveel lagen heeft de huid?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 3 - Quiz
De huid heeft verschillende functies.
A
JUIST
B
FOUT
Slide 4 - Quiz
WEETJE: De huid is het grootste orgaan en bedekt het gehele lichaam...
Hoe groot is de huid?
A
1,5-2m²
B
1,5-2m³
C
4-5m²
D
2-3m²
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
wat kan je allemaal observeren wat betreft uitzicht van de huid?
Slide 9 - Mind map
Wt versta jij onder "gevoeligheid" van de huid?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Hoe kan je de temperatuur van de huid meten, zonder hulpmiddelen?
A
Met je duim en wijsvinger
B
Met je duim en pink
C
Met de palm van je hand
D
Met de bovenkant van je hand
Slide 14 - Quiz
Welke kenmerken van de huid kan je observeren?
A
kleur, geur en consistentie
B
Kleur, geur en frequentie
C
bloedcirculatie en temperatuur
D
bloedcirculatie en werking van de ademhaling
Slide 15 - Quiz
Wanneer kunnen er wijzigingen optreden in het gevoel van de huid?
A
Diabetes, verlamming, medicatiegebruik, verwonding
B
Diabetes, verkeerde beweging, verkeerde voeding
C
Intoxicatie, inspanning, te warme kledij
D
overgevoeligheid voor geluid, prikkels...
Slide 16 - Quiz
Teams
Opdracht: inleiding; Aandoeningen van de huid
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Een positieve vochtbalans betekent?
A
te weinig vocht in het lichaam
B
te veel vocht in het lichaam
Slide 23 - Quiz
in een vochtbalans zet ik
A
een flesje cola bij input
B
diurese bij output
C
diarree bij output
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 24 - Quiz
Bij het nagaan van de vochtbalans noteren ze ..... uur lang wat er gegeten, gedronken en geürineerd wordt.
A
12u
B
24u
C
48u
D
2u
Slide 25 - Quiz
geef een ander woord voor dehydratatie:
A
vochtophoping
B
normale vochtbalans
C
uitdroging
Slide 26 - Quiz
Negatieve vochtbalans = ?
A
dehydratatie
B
oedeem
Slide 27 - Quiz
Bij een positieve vochtbalans kan jij als ZK:
A
erop letten dat ze MEER zout eten
B
erop letten dat ze MINDER zout eten
Slide 28 - Quiz
Een negatief vochtbalans betekent dat ...
A
er meer water afgevoerd dan aangevoerd wordt
B
er meer water aangevoerd dan afgevoerd wordt
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
More lessons like this
ORHU: hoofdstuk 5 voeding
November 2023
- Lesson with
49 slides
Verzorging
Secundair onderwijs
AVO h 4: voeding bij specifieke doelgroepen deel A oudere ZV
May 2022
- Lesson with
26 slides
Secundair onderwijs
de vochtbalans
May 2022
- Lesson with
10 slides
Verzorging
Secundair onderwijs
Voedingsstoornissen
February 2024
- Lesson with
33 slides
Voeding en verzorging
Secundair onderwijs
Zorg rondom sterven
March 2023
- Lesson with
48 slides
Verzorging
Secundair onderwijs
Urinewegstelsel
March 2024
- Lesson with
49 slides
Verzorging
Secundair onderwijs
Huidaandoeningen
March 2024
- Lesson with
26 slides
Gelaatsverzorging
Secundair onderwijs
Relationele vaardigheden
May 2022
- Lesson with
15 slides
Relationele vaardigheden
Hoger onderwijs