week 45 en 46 oefentoets herkansing Lezen en Grammatica zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Week 45 en 46

oefentoets bij herkansing Lezen en zinsdelen 

Koen: §7, §8                       Robin: §8

Valente: §8                                               

1a. Waar of niet waar:
Een opsommend verband kun je herkennen aan het signaalwoord bovendien. (0,5p)

1b. Waar of niet waar:
Een chronologisch verband geeft een reden aan. (0,5p)

lees de tekst, klik op de afbeelding

2. De woorden a tot en met d staan onderstreept in de tekst. Leid de betekenis af uit de context. Maak de juiste combinaties. Er blijven twee betekenissen over.                     . (2p)

accepteren

neiging; verlangen

oorspronkelijk in een land wonende

samenspel; evenwicht

positief

zeer schadelijk

harmonie

drang

inheemse

funest

3. Wat is het onderwerp van de tekst?

1. Leven in en met de natuur
2. Meer ruimte voor de natuur
3. Natuurbeleving als recreatie
4. Ons romantische beeld van de natuur

4. Noteer een signaalwoord voor een tegenstellend verband in alinea 2 en geef aan wat er tegenover elkaar wordt gezet. (2p)

5. Wat is het grootste verschil tussen de Inuit en mensen in Nederlands, volgens Koen Arts? (2p)

6. In alinea 3 staan twee signalen voor een toelichtend verband. Noteer ze en geef bij elk signaal aan welk woord of begrip er wordt toegelicht. (2p)

7. Welke bewering is waar?
Naast andere tekstverbanden bevat ...
(2p)

1. alinea 5 een chronologisch, tegenstellend en een toelichtend verband
2. alinea 5 een concluderend, tegenstellend en een toelichtend verband
3. alinea 5 een tegenstellend, chronologisch en een concluderend verband
4. alinea 5 een toelichtend, concluderend en chronologisch verband

8. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
(2p)

1. de tekeningen bij de tentoonstelling Energy Junkies laten zien dat bezoekers meer in verbinding willen met de natuur
2. het is belangrijk om meer in contact te staan met de natuur, zodat de natuur meer als ons thuis voelt
3. om in de natuur te kunnen overleven, moet je goed voorbereid zijn
4. veel mensen willen meer in de natuur leven, maar daarvoor moeten we er meer ruimte voor maken

9. Noteer het ow en wg of ng. Zet een X achter het gezegde dat niet in de zin voorkomt. Zet bij een ng het naamwoordelijk deel tussen vierkante haken.

Tot onze verbazing bleek de winkel ’s ochtends al om uur open te zijn. (2p)

10. Noteer het ow en wg of ng. Zet een X achter het gezegde dat niet in de zin voorkomt. Zet bij een ng het naamwoordelijk deel tussen vierkante haken.

Gelukkig zag ik mijn portemonnee bij Gevonden Voorwerpen liggen.(2p)

11. Noteer de bijvoeglijke bepalingen en zet erachter bij welke kern de bijvoeglijke bepaling hoort:
Die warme bakker op de hoek bakt heerlijk maisbrood.
(2p)

12. Noteer de bijvoeglijke bepalingen en zet erachter bij welke kern de bijvoeglijke bepaling hoort:
In het broodtrommeltje van Wouter lag een afgekloven, beschimmeld klokhuis.
(2p)

De bijvoeglijke bepaling

• De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
• De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
•  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.

Een bijvoeglijke bepaling is een

1. zin
2. zinsdeel
3. deel van een zinsdeel

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
....... de post van mijn oma......

1. de post
2. post
3. van mijn oma
4. oma

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
Mijn mooie, rode barbecue ......................

1. Mijn
2. mooie, rode
3. mijn mooie, rode
4. barbecue

Wat is een bijvoeglijke bepaling?

1. Dat is een zinsdeel.
2. Het is geen zinsdeel, het is een woordsoort
3. Dat is een deel van een zinsdeel.
4. Een bijvoeglijke bepaling is hetzelfde als een bijvoeglijk naamwoord.