BSR 22/01 2ha Grammatica ZD 7 Bijv. bep

Open alvast je boek op blz. 218-219.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§7: Bijvoeglijke bepaling
§9: Samengestelde zin

Voordat we beginnen:
2HA
GRAMMATICA
ZINSDELEN
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Open alvast je boek op blz. 218-219.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§7: Bijvoeglijke bepaling
§9: Samengestelde zin

Voordat we beginnen:
2HA
GRAMMATICA
ZINSDELEN

Slide 1 - Slide

  • Je weet wat een bijvoeglijke bepaling is en kunt deze herkennen in een zin.
  • Je weet het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.
  • Je kunt hoofd- en bijzinnen herkennen.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

In deze les gaan we:
  • Verder met Cursus 5: Grammatica zinsdelen
  • de uitleg behandelen van paragraaf 7 en 9 (en hierbij aantekeningen maken);
  • Opdrachten paragraaf 7 maken en nakijken.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Kies wg of ng en noteer het op de juiste manier.

De Sumatraanse tijger is mogelijk binnen tien jaar al een uitgestorven diersoort.

Slide 5 - Open question

Kies wg of ng en noteer het op de juiste manier.

Gisteravond heb ik een glas laten vallen.

Slide 6 - Open question

Kies wg of ng en noteer het op de juiste manier.

Die jongen bleek een hele goede bokser.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling (bijv. bep) geeft binnen een zinsdeel extra informatie over de kern van dat zinsdeel. Die kern is een zelfstandig naamwoord (mens, dier of ding) of een voornaamwoord (wie). Voorbeeld:

De oude, succesvolle schrijver ontving na zijn boek een grote prijs

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling kan voor of achter het zelfstandig naamwoord (de kern) staan. Er kunnen ook meer bijvoeglijke bepalingen bij één kern staan. 

  • Sommige stoere jongens in deze klas lopen graag in een oud trainingspak.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Zo vind je de bijvoeglijke bepaling
1) Zet streepjes tussen de zinsdelen.
2) Zoek van elk zinsdeel dat uit meerdere woorden bestaat, het belangrijkste woord (de kern) en bepaal de woordsoort.
3) Als de kern van een zelfstandig naamwoord een voornaamwoord is, noteer dan de woorden die extra informatie geven over de kern:
bijv. bep = stoere -> jongens
bijv bep = in deze klas -> jongens
bijv bep = oud -> trainingspak


Slide 12 - Slide

1. Een groene tuin zou beloond moeten worden.
2. Een safaripark in Hangzhou verzweeg wekenlang een ontsnapping van drie luipaarden.
3. Door de handige deurbel is de deurcommunicatie in korte tijd een trend geworden.
4. De snelle buitenspeler rende in korte tijd vijf spelers voorbij.

In je schrift: 
Noteer van de zinnen de bijv. bep op de juiste manier.

Slide 13 - Slide

Wat?
Cursus 5: Grammatica zinsdelen §7 Bijvoeglijke bepaling. Opdracht 1 t/m 4 (blz. 218-219).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
15 minuten. Daarna gaan we de opdrachten bespreken.

Klaar?
Oefen verder: 
https://www.cambiumned.nl/zinsdelen/
Oefenen
timer
15:00

Slide 14 - Slide

  • Je weet wat een bijvoeglijke bepaling is en kunt deze herkennen in een zin.
  • Je weet het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.
  • Je kunt hoofd- en bijzinnen herkennen.
Lesdoelen

Slide 15 - Slide

Tijdens de vakantie is iedereen vast en zeker zeer vrolijk
Benoem het zinsdeel 'is zeer vrolijk'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
naamwoordelijk
gezegde (ng)

Slide 16 - Drag question

Geef jij je neefje ook een stukje taart?
Benoem het zinsdeel je neefje'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
naamwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 17 - Drag question

Tijdens de vakantie is iedereen vast en zeker zeer vrolijk. 
Benoem het zinsdeel 'tijdens de vakantie'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 18 - Drag question

Noteer de bijvoeglijke bepaling op de juiste manier.

Hij kijkt met ingehouden adem naar wat hij ziet gebeuren.

Slide 19 - Open question

Noteer de bijvoeglijke bepaling op de juiste manier.

Uit de servieskast pakt hij een vaas van porselein.

Slide 20 - Open question

Noteer de bijvoeglijke bepalingen op de juiste manier.

Ik geef het slechte nieuws wel door aan Iris uit de derde klas.

Slide 21 - Open question

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 22 - Slide